Translation of "Bakker" in German

0.003 sec.

Examples of using "Bakker" in a sentence and their german translations:

Mijn man is bakker.

Mein Mann ist Bäcker von Beruf.

Ik ben een bakker.

Ich bin Bäcker.

Ik ben naar de bakker geweest.

Ich war beim Bäcker.

De bakker is een goede mens.

Der Bäcker ist ein guter Mensch.

- Ik heb een brood gekocht bij de bakker.
- Ik kocht bij de bakker een brood.

Ich habe beim Bäcker ein Brot gekauft.

- Komt voor de bakker.
- Komt voor elkaar.

Betrachte es als erledigt.

Ga even wat brood halen bij de bakker!

Lauf und hol Brot vom Bäcker!

Onze mensen gaan niet met de taxi naar de bakker.

Unsere Menschen fahren nicht mit dem Taxi zum Bäcker.

- Het komt wel goed.
- Komt voor de bakker.
- Komt voor elkaar.

- Das wird schon in Ordnung kommen.
- Das wird sich fügen.
- Betrachte es als erledigt.