Translation of "Bespreken" in French

Ze bespreken dat,

et ils en parlent,

Ze bespreken het probleem.

Ils discutent du problème.

- Ik zou graag met jou iets bespreken.
- Ik zou graag met jullie iets bespreken.
- Ik zou graag met u iets bespreken.

Je veux te parler de quelque chose.

Laten we dat probleem later bespreken.

Discutons de ce problème plus tard.

Ik wou iets met u bespreken.

Je voudrais discuter de quelque chose avec vous.

We zullen het probleem morgen bespreken.

Nous discuterons du problème demain.

We hebben nog veel te bespreken.

Nous avons encore beaucoup de choses à discuter.

Wat wil zij met mij bespreken?

- De quoi veut-elle me parler ?
- De quoi veut-elle discuter avec moi ?

Ik zou graag met jou iets bespreken.

Je veux te parler de quelque chose.

Je moet het eerst met je ouders bespreken.

Tu devrais d'abord en discuter avec tes parents.

Zullen we dit bespreken onder een kop koffie?

Devrait-on en parler autour d'un café ?

Er is nog een vraag die we moeten bespreken.

Il reste encore une question que nous devons discuter.

Er is nog een andere kwestie die we moeten bespreken.

Il y a une autre question dont nous devons discuter.

Ik denk dat de tijd is aangebroken om de zaak met haar te bespreken.

Je pense qu'il est temps que je discute du problème avec elle.

Ik denk dat de tijd is aangebroken om de zaak met hem te bespreken.

- Je pense qu'il est temps que je discute l'affaire avec lui.
- Je pense qu'il est temps que je discute de l'affaire avec lui.

- We hebben nog tijd genoeg om daarover te discussiëren.
- We hebben nog voldoende tijd om het te bespreken.
- We hebben nog tijd genoeg om erover te praten.

Nous avons encore suffisamment de temps pour en discuter.