Translation of "Wijs" in Finnish

0.007 sec.

Examples of using "Wijs" in a sentence and their finnish translations:

- Jij bent wijs.
- Je bent wijs.
- U bent wijs.
- Jullie zijn wijs.

- Sinä olet viisas.
- Olet viisas.

Uilen zijn wijs.

Pöllöt ovat viisaita.

Tom is wijs.

- Tom on viisas.
- Tomi on viisas.

Hij heeft wijs gehandeld.

Hän on toiminut viisaasti.

- Ga voorop.
- Wijs de weg.

Näytä tietä.

Het was een wijs besluit.

Se oli viisas päätös.

De oude man zag er wijs uit.

- Vanha mies näytti viisaalta.
- Se vanha mies näytti viisaalta.

Door scha en schande wordt men wijs.

Vahingosta viisastuu.

- Ben je gek?
- Ben je niet goed wijs?

Oletko hullu?

- Dat is een wijs besluit.
- Dat is een verstandig besluit.

Se on viisas päätös.

- Ben je niet goed wijs?
- Ben je helemaal gek geworden?
- Ben je nou helemaal bedonderd?
- Ben je je verstand kwijt?

Oletko tullut hulluksi?