1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-English
  4. Telefoneer

Translation of "Telefoneer" in English

0.003 sec.

Examples of using "Telefoneer" in a sentence and their english translations:

Telefoneer mij!

Call me!

- Telefoneer.
- Bel.

Call.

- Bel eens.
- Telefoneer.
- Bel.

Call.

- Telefoneer mij!
- Bel me op!

Call me!

- Telefoneer mij deze avond.
- Bel me vanavond.

Call me this evening.

- Telefoneer mij!
- Bel me.
- Bel me op!

- Call me!
- Call me.

Telefoneer niet met je mobieltje tijdens het rijden.

Don't talk on your cellphone while driving.

Houd de camera in de gaten als ik telefoneer.

Watch the camera for me while I make a phone call.

- Ik zal je roepen wanneer ik tijd heb.
- Ik bel je op wanneer ik tijd heb.
- Ik telefoneer je wanneer ik tijd heb.

I'll call you when I have time.