Translation of "Rijden" in English

0.007 sec.

Examples of using "Rijden" in a sentence and their english translations:

- Kan je rijden?
- Rijd je?
- Rijdt u?
- Kan u rijden?
- Kunnen jullie rijden?
- Rijden jullie?

Do you drive?

Blijf rijden.

Keep driving.

- Kun je autorijden?
- Kan je rijden?
- Kunnen jullie rijden?
- Kunt u rijden?

Can you drive?

Rijden ontspant me.

Driving relaxes me.

Kan iemand rijden?

Can anyone drive?

Ik wil rijden.

I want to drive.

We zullen rijden.

We'll drive.

Tom zal rijden.

Tom will drive.

Kan hij rijden?

Can he drive?

Ik kan rijden.

I can drive.

Hij kan rijden.

He can drive a car.

Kan u rijden?

Do you drive?

Kunt u rijden?

Can you drive?

- Kun je langzamer rijden?
- Zou u trager kunnen rijden?
- Zou je trager kunnen rijden?

Could you drive more slowly?

- Rij voorzichtig.
- Voorzichtig rijden.

Drive carefully.

Ze kunnen allemaal rijden.

They all can drive.

Tom kan niet rijden.

- Tom cannot drive.
- Tom can't drive.

Ik kan niet rijden.

I can't drive.

Laat haar niet rijden.

Don't let her drive.

Mag ik rijden, alstublieft?

Can I drive, please?

Wie gaat er rijden?

Who's going to drive?

U zult moeten rijden.

You'll have to drive.

Mijn broer kan rijden.

My brother can drive.

Ik zal zelf rijden.

I'll drive myself.

Wil je leren rijden?

Do you want to learn to drive?

Hij kan goed rijden.

He's a good driver.

- Rijdt u?
- Rijden jullie?

Do you drive?

Je kunt niet rijden.

You can't drive.

Het rijden is leuk.

Driving is fun.

Rijden is erg leuk.

Driving is a lot of fun.

Gelieve voorzichtig te rijden.

Please drive carefully.

- Jij rijdt.
- Jullie rijden.

You drive.

- Ik wil niet rijden.
- Ik heb geen zin om te rijden.

I don't want to drive.

- Kunt gij autorijden?
- Kunt u autorijden?
- Kan je rijden?
- Kan u rijden?

- Can you drive a car?
- Can you drive?
- Do you know how to drive a car?
- Do you know how to drive?

- Kan ik met mijn fiets rijden?
- Kan ik op mijn fiets rijden?

May I ride a bicycle?

Te snel rijden is gevaarlijk.

Driving too fast is dangerous.

Misschien zou jij moeten rijden.

Perhaps you'd better drive.

Mijn grote broer kan rijden.

My older brother knows how to drive.

Zou je trager kunnen rijden?

Could you drive more slowly?

Heb je Tom laten rijden?

Did you let Tom drive?

Wie was aan het rijden?

Who drove?

Laat Tom alsjeblieft niet rijden.

Please don't let Tom drive.

Tom kan nog niet rijden.

Tom isn't able to drive yet.

- Je bent te dronken om te rijden.
- U bent te dronken om te rijden.
- Jullie zijn te dronken om te rijden.

You're too drunk to drive.

- We moeten in ieder geval twee keer rijden.
- We moeten sowieso twee maal rijden.

We have to go twice anyway.

- Op het Amerikaanse continent rijden de auto's rechts.
- In Amerika rijden de auto's rechts.

In America, cars drive on the right side of the road.

Hij wou naar de zee rijden.

He wanted to go to sea.

Dronken rijden is een serieus probleem.

Drunk driving is a serious problem.

Laten we naar het meer rijden.

Let's drive to the lake.

- Jij rijdt.
- U rijdt.
- Jullie rijden.

You drive.

Sami wilde op een kameel rijden.

Sami wanted to ride a camel.

Ik kan 's nachts niet rijden.

I can't drive at night.

Jij mag rijden als je wilt.

You can drive if you want to.

- In de Verenigde Staten rijden de auto's rechts.
- In de VS rijden de auto's rechts.

- In the United States, cars drive on the right‐hand side of the road.
- In the United States, cars drive on the right side of the road.

- De treinen rijden 's nachts minder vaak.
- De treinen rijden 's nachts niet zo vaak.

- The trains run less frequently at night.
- The trains don't run as often at night.

- Op het Amerikaanse continent rijden de auto's rechts.
- In Amerika rijden de auto's rechts.
- In Amerika rijden auto's aan de rechterkant van de weg.

In America, cars drive on the right side of the road.

- In Amerika rijden de auto's rechts.
- In Amerika rijden auto's aan de rechterkant van de weg.

In America, cars drive on the right side of the road.

Ik adviseerde hem om niet te rijden.

I advised him not to drive.

Laat haar niet in jullie auto rijden.

Don't let her drive your car.

Sms'en onder het rijden is erg gevaarlijk.

Texting while driving is very dangerous.

Ik heb je nodig om te rijden.

I need you to drive.

Tom werd gearresteerd voor rijden onder invloed.

Tom was arrested for drunk driving.

Ik wil niet in deze sneeuw rijden.

I don't want to drive in this snow.

Jullie zijn te dronken om te rijden.

You're too drunk to drive.

Ik moest zelf naar het ziekenhuis rijden.

I had to drive myself to the hospital.

De treinen rijden 's nachts minder vaak.

- The trains run less frequently at night.
- The trains run less often at night.
- The trains don't run as often at night.

- Op het Amerikaanse continent rijden de auto's rechts.
- In Amerika rijden auto's aan de rechterkant van de weg.

In America, cars drive on the right side of the road.

Het is gevaarlijk om zo snel te rijden.

It is dangerous to drive so fast.

De bestuurder werd bekeurd wegens te snel rijden.

The driver was charged with speeding.