Translation of "Japan" in English

- Dit is Japan.
- Hier is Japan.

- This is Japan.
- Here is Japan.

- Japan heeft regelmatig aardbevingen.
- Japan heeft dikwijls aardbevingen.

- There are frequently earthquakes in Japan.
- Japan has frequent earthquakes.

Japan is hier!

Japan is here!

Hier is Japan.

Here is Japan.

Dit is Japan.

Here is Japan.

Welkom in Japan.

Welcome to Japan.

Japan is raar.

Japan is weird.

- We verlaten Japan morgenvoormiddag.
- We verlaten Japan morgen vroeg.
- We vertrekken morgenochtend uit Japan.

We are leaving Japan tomorrow morning.

- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik keerde naar Japan terug.
- Ik ging terug naar Japan.
- Ik ben naar Japan teruggegaan.

- I returned to Japan.
- I went back to Japan.

- Bill is in Japan geweest.
- Bill was in Japan.

Bill was in Japan.

- We verlaten Japan morgenvoormiddag.
- We verlaten Japan morgen vroeg.

We are leaving Japan tomorrow morning.

- Wat doe je in Japan?
- Wat doet u in Japan?
- Wat doen jullie in Japan?

What do you do in Japan?

- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik keerde naar Japan terug.
- Ik ben naar Japan teruggegaan.

I returned to Japan.

- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik ging terug naar Japan.
- Ik ben naar Japan teruggegaan.

- I returned to Japan.
- I went back to Japan.

- Tyfoons troffen Japan elk jaar.
- Tyfoons treffen Japan elk jaar.

Typhoons hit Japan every year.

- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik keerde naar Japan terug.

I returned to Japan.

- Dit meisje komt van Japan.
- Dit meisje komt uit Japan.

This girl comes from Japan.

- Japan is een mooi land.
- Japan is een prachtig land.

Japan is a beautiful country.

- Japan wordt vaak getroffen door aardbevingen.
- Aardbevingen treffen regelmatig Japan.

Earthquakes frequently hit Japan.

- Wat denk je van Japan?
- Wat vind je van Japan?

What do you think of Japan?

- We verlaten Japan morgen vroeg.
- We vertrekken morgenochtend uit Japan.

We are leaving Japan tomorrow morning.

- Ik ging terug naar Japan.
- Ik ben naar Japan teruggegaan.

I went back to Japan.

Japan is een industrieland.

Japan is an industrial nation.

Japan is vol verrassingen!

Japan is full of surprises!

Ik kom uit Japan.

- I come from Japan.
- I'm from Japan.

Ik woon in Japan.

I live in Japan.

Japan ligt in Azië.

Japan is in Asia.

Laten we Japan verslaan!

Let's beat Japan!

Japan moet olie importeren.

Japan has to import oil.

Ga je naar Japan?

Are you going to Japan?

Duizenden stierven in Japan.

Thousands died in Japan.

- Er zijn in Japan duizenden mensen omgekomen.
- Duizenden stierven in Japan.

Thousands died in Japan.

- Heb je een kerstvakantie in Japan?
- Hebt u een kerstvakantie in Japan?
- Hebben jullie een kerstvakantie in Japan?

Do you have a Christmas vacation in Japan?

- Wanneer ga je terug naar Japan?
- Wanneer gaan jullie terug naar Japan?
- Wanneer gaat u terug naar Japan?

- When do you go back to Japan?
- When will you go back to Japan?

- Waarom ben je naar Japan gekomen?
- Waarom zijt ge naar Japan gekomen?

Why did you come to Japan?

- Wanneer gaat mijnheer Suzuki weg uit Japan?
- Wanneer verlaat mijnheer Suzuki Japan?

When will Mr. Suzuki be leaving Japan?

Heeft Ken voorgoed Japan verlaten?

Has Ken left Japan for good?

Tom wil naar Japan gaan.

Tom wants to go to Japan.

JST staat voor Japan-standaardtijd.

JST stands for Japan Standard Time.

Ze vestigden zich in Japan.

They settled in Japan.

Hij is naar Japan teruggekeerd.

He went back to Japan.

Japan is een rijk land.

Japan is a rich country.

Japan produceert veel goede camera’s.

Japan produces a lot of good cameras.

Japan heeft een hoge bevolkingsdichtheid.

Japan has a high population density.

Japan is kleiner dan Canada.

Japan is smaller than Canada.

Ik kom uit Tokio, Japan.

- I'm from Tokyo, Japan.
- I am from Tokyo, Japan.

Veel mensen hebben Japan bezocht.

Scores of people visited Japan.

Bill is in Japan geweest.

Bill was in Japan.

China is groter dan Japan.

- China is bigger than Japan.
- China is larger than Japan.

Wat denk je van Japan?

What do you think of Japan?

Ze keerde terug naar Japan.

She returned to Japan.

Ik weet niets over Japan.

I don't know anything about Japan.

Japan is een prachtig land.

Japan is a beautiful country.