Translation of "Dansen" in English

0.090 sec.

Examples of using "Dansen" in a sentence and their english translations:

- Wil je dansen?
- Wilt u dansen?
- Willen jullie dansen?

- Would you like to dance?
- Shall we dance?
- Do you want to dance?

- We zullen dansen.
- We gaan dansen.

- We'll dance.
- We're going dancing.

Blijf dansen.

Keep dancing.

Kom dansen!

Come dance!

Iedereen dansen!

Everybody dance!

Ze dansen.

They're dancing.

- Vandaag gaan we dansen.
- Vandaag dansen we.

Today we dance.

- We dansen.
- We zijn aan het dansen.

We're dancing.

- Hou je van dansen?
- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?

- Do you like dancing?
- Do you like to dance?

- Houdt u van dansen?
- Houden jullie van dansen?

- Do you like dancing?
- Do you like to dance?

- Wil je dansen?
- Wilt u met mij dansen?

Would you like to dance?

- Laten we dansen, lieverd!
- Laten we dansen, schat!

Let's dance, darling!

Ik wil dansen.

I want to dance.

Laten we dansen.

Let's dance.

Tom wil dansen.

Tom wants to dance.

Wij dansen samen.

We dance together.

Zij wil dansen.

She wants to dance.

Zullen we dansen?

Shall we dance?

Ze zullen dansen.

They'll dance.

Willen jullie dansen?

Would you like to dance?

Wil je dansen?

- Do you feel like dancing?
- Do you want to dance?

Dansen is leuk.

Dancing is fun.

We gaan dansen.

We're going dancing.

Hij wil dansen.

He wants to dance.

We zullen dansen.

We'll dance.

Zij zal dansen.

She'll dance.

Ik kan dansen.

I can dance.

Sami wilde dansen.

Sami wanted to dance.

Wilt u dansen?

Do you want to dance?

Ik zal dansen.

I'm going to dance.

Hij zal dansen.

- He'll dance.
- He's going to dance.

Kunnen jullie dansen?

Do you know how to dance?

Kun je dansen?

- Do you know how to dance?
- Can you dance?

Tom wilde dansen.

Tom wanted to dance.

- Ge kunt toch dansen, ja?
- Je kan dansen, nietwaar?

You can dance, can't you?

- Ik wil graag leren dansen.
- Ik wil leren dansen.

I would like to learn how to dance.

- Zij houden van het dansen.
- Ze houden van dansen.

They like to dance.

- Wil je met me dansen?
- Wilt u met me dansen?
- Wil je met mij dansen?

Would you like to dance with me?

- Tom wou dansen met Mary.
- Tom wou dansen met Marie.

Tom wanted to dance with Mary.

- Wil je met me dansen?
- Wil je met mij dansen?

- Will you dance with me?
- Are you going to dance with me?

- Wil je met me dansen?
- Wilt u met me dansen?

Do you want to dance with me?

Maria kan goed dansen.

Mary can dance well.

Laten we dansen, lieverd!

- Let's dance, my darling.
- Let's dance, darling!

Ik wil leren dansen.

I want to learn to dance.

Vanavond gaan we dansen.

We're going dancing tonight.

Hou je van dansen?

- Do you like dancing?
- Do you like to dance?

Ik kan niet dansen.

- I can't dance.
- I'm not able to dance.

Tom begon te dansen.

- Tom started dancing.
- Tom began to dance.

Kom met me dansen!

- Come and dance with me.
- Come and dance with me!

Kan ik hier dansen?

Can I dance here?

Je kan dansen, nietwaar?

You can dance, can't you?

Ze houden van dansen.

They like to dance.

Ze begonnen te dansen.

They started dancing.

Ik wil niet dansen.

I don't want to dance.