Translation of "Houdt" in English

- Tom houdt van je.
- Tom houdt van jou.
- Tom houdt van jullie.
- Tom houdt van u.

Tom loves you.

- Ieder houdt van friet.
- Iedereen houdt van patat.
- Iedereen houdt van friet.
- Iedereen houdt van frietjes.

Everybody likes french fries.

- Hij houdt van snoepjes.
- Hij houdt van snoep.
- Hij houdt van zoetigheden.

He likes sweets.

- Iedereen houdt van patat.
- Iedereen houdt van friet.
- Iedereen houdt van frietjes.

Everybody likes french fries.

- Amerika houdt van je.
- Amerika houdt van u.
- Amerika houdt van jullie.

America loves you.

- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.
- Zij houdt erg van vissen.

- He is fond of fishing.
- He loves to fish.
- She loves to fish.

- Zij houdt van vissen.
- Hij houdt van vissen.

- He is fond of fishing.
- He loves fishing.
- He loves to fish.

- Linda houdt van chocolade.
- Linda houdt van chocola.

- Linda loves chocolate.
- Linda likes chocolate very much.

- Ze houdt van katten.
- Zij houdt van katten.

She loves cats.

- Niemand houdt van mij.
- Niemand houdt van me.

Nobody loves me.

- Ze houdt van aardappelsalade.
- Zij houdt van aardappelsalade.

She likes potato salad.

- Hij houdt van sinaasappels.
- Hij houdt van appelsienen.

- He likes oranges.
- She likes oranges.

- Tom houdt van vis.
- Tom houdt van vissen.

Tom likes fish.

- Tom houdt van je.
- Tom houdt van jou.

Tom loves you.

- Zij houdt van kinderen.
- Ze houdt van kinderen.

She loves children.

- Tom houdt van aardappelen.
- Tom houdt van aardappels.

Tom likes potatoes.

Iedereen houdt ervan.

Everybody loves it.

Tom houdt hiervan.

Tom likes this.

Houdt het ijs?

Will the ice bear?

- Ze houdt niet van snoep.
- Zij houdt niet van snoep.
- Ze houdt niet van snoepjes.
- Zij houdt niet van snoepjes.

She doesn't like candy.

Hij houdt van haar. Zij houdt ook van hem.

He loves her. She loves him, too.

Tom houdt van bananentaart. Daarentegen houdt Mary van chocoladetaart.

Tom likes banana cake. On the other hand, Mary likes chocolate cake.

Zij houdt van niemand en niemand houdt van haar.

She likes no one and no one likes her.

- Zij houdt van vissen.
- Zij houdt erg van vissen.

She loves to fish.

Tom houdt van Mary, maar Mary houdt van Mike.

Tom loves Mary, but Mary loves Mike.

- Hij houdt niet van blikjes.
- Zij houdt niet van blikjes.

- Canned food doesn't interest her.
- Canned food doesn't interest him.

- Hij houdt zijn woord.
- Hij houdt zich aan zijn woord.

He keeps his word.

- Ze houdt ook van chocolade.
- Zij houdt ook van chocolade.

- She loves chocolate, too.
- She likes chocolate, too.
- She also likes chocolate.

- Haruko houdt van warme lentes.
- Haruko houdt van warme bronnen.

Haruko likes warm springs.

- Hij houdt zijn kamer proper.
- Hij houdt zijn kamer schoon.

He keeps his room clean.

Zij houdt van aardbeien, en haar zus houdt van appels.

She likes strawberries and her sister apples.

- Je moeder houdt van je.
- Jullie moeder houdt van jullie.

Your mother loves you.

- Hij houdt niet van hardlopen.
- Hij houdt niet van rennen.

He doesn't like running.

Hij houdt van vlees.

He has a taste for meat.

Tom houdt van paarden.

- Tom loves horses.
- Tom is a horse lover.

Iedereen houdt van Mac.

Everyone loves Mac.

Linda houdt van chocola.

Linda loves chocolate.

Houdt iedereen van muziek?

Does everybody love music?

Peter houdt van Jane.

Peter loves Jane.

Nancy houdt van muziek.

Nancy likes music.

Tom houdt van zwemmen.

Tom likes swimming.

Houdt Tom van tomaten?

Does Tom like tomatoes?

Tom houdt van kaas.

Tom likes cheese.

Iedereen houdt van muziek.

Everybody loves music.

Yukiko houdt van aardappelen.

Yukiko likes potatoes.

Ze houdt van leren.

She has a love of learning.

Ze houdt van katten.

- She adores cats.
- She loves cats.
- She really likes cats a lot.

Zij houdt van wijn.

She likes wine.

Hij houdt van treinen.

He loves trains.

Hij houdt van eten.

He has a good appetite.

Hij houdt van jagen.

- He likes to hunt.
- He likes hunting.

Hij houdt van chocoladetaart.

He is fond of chocolate cake.

Hij houdt van voetbal.

- He is keen on soccer.
- He loves soccer.
- He loves football.

Wie houdt van oorlog?

Who loves war?

Wie houdt van Sachiko?

Who likes Sachiko?

Hij houdt van thee.

He likes tea.

Hij houdt van appelsienen.

He likes oranges.

Tom houdt van skiën.

- Tom loves skiing.
- Tom loves to ski.

Maria houdt van melk.

Mary likes milk very much.

Linda houdt van chocolade.

Linda likes chocolate.

Jij houdt van koffie.

You love coffee.

Hij houdt van Disney.

He likes Disney.

Maria houdt van noten.

Mary likes nuts.

Ze houdt van antiek.

She loves antiques.

Susan houdt van katten.

- Susan likes cats.
- Susan, she likes cats.

Tom houdt van geld.

Tom likes money.

Hij houdt van haar.

He loves her.

Tom houdt van experimenteren.

Tom likes experimenting.

Tom houdt van brunettes.

Tom likes brunettes.

Tom houdt van blondines.

Tom likes blondes.

Tom houdt van roodharigen.

Tom likes redheads.

Maria houdt van Bollywoodfilms.

Mary likes Bollywood movies.

Tom houdt van pony's.

Tom likes ponies.

Hij houdt van kipnuggets.

He likes chicken nuggets.

Hij houdt van slapen.

He likes sleeping.

Ze houdt van slapen.

She likes sleeping.

Hij houdt van muziek.

- He has a great fondness for music.
- He loves music.

Hij houdt van aardappelsalade.

He likes potato salad.

Hij houdt van quinoa.

He likes quinoa.

Hij houdt van countrymuziek

He likes country music.

Iedereen houdt van Tom.

- Everybody loves Tom.
- Everybody likes Tom.
- Everyone loves Tom.

Hij houdt van aandacht.

He loves attention.