Translation of "Buschauffeur" in English

0.009 sec.

Examples of using "Buschauffeur" in a sentence and their english translations:

- Tom is een buschauffeur.
- Tom is buschauffeur.

Tom is a bus driver.

- De buschauffeur was lichtgewond.
- De buschauffeur raakte lichtgewond.

The bus driver suffered minor injuries.

Tom is een buschauffeur.

Tom is a bus driver.

De buschauffeur was lichtgewond.

The bus driver suffered minor injuries.

Tom wil buschauffeur worden.

Tom wants to become a bus driver.

De buschauffeur opende de deur.

The bus driver opened the door.

Hij is geen buschauffeur, nietwaar?

- He's not a bus driver, is he?
- He isn't a bus driver, is he?

Tom glimlachte naar de buschauffeur.

Tom smiled at the bus driver.

De buschauffeur was niet gewond.

The driver of the bus wasn't injured.

- Ik ben buschauffeur.
- Ik ben buschauffeuse.

I'm a bus driver.

Volgens de buschauffeur was het geen ongeluk.

According to the bus driver, it wasn't an accident.

- Hij is een busbestuurder.
- Hij is een buschauffeur.

- He is a bus driver.
- He's a bus driver.

Een buschauffeur is verantwoordelijk voor de veiligheid van zijn passagiers.

A bus driver is responsible for the safety of the passengers.