Translation of "Naar" in Chinese

0.055 sec.

Examples of using "Naar" in a sentence and their chinese translations:

- Luister niet naar hem.
- Luister niet naar haar.

別聽她的。

- Luister naar me alstublieft.
- Luister naar me alsjeblieft.

請洗耳恭聽。

- Haast je naar huis.
- Kom snel naar huis.

赶快回家。

- Kijk naar de lucht.
- Kijk naar de hemel.

看天上。

Ga naar huis!

回家!

Bel naar huis!

打电话回家!

Kom naar beneden!

你给我下来!

- Thuis!
- Naar huis!

回家。

Kom naar huis.

回家吧。

Kom naar binnen!

進來吧!

- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik keerde naar Japan terug.
- Ik ging terug naar Japan.
- Ik ben naar Japan teruggegaan.

我回到了日本。

- Hij verhuisde naar Tokyo.
- Hij is naar Tokyo verhuisd.

他搬到了东京。

- Ze ging naar boven.
- Ze is naar boven gegaan.

她上樓了。

- Hij liep naar huis.
- Hij is naar huis gelopen.

他走路回家。

Ik luister graag naar muziek, naar jazzmuziek boven alles.

我喜歡聽音樂,特別是爵士音樂。

- Breng me naar huis.
- Neem me mee naar huis.

带我回家。

- Hij wil naar Amerika.
- Hij wil naar Amerika gaan.

他想去美國。

- Ik wil naar huis.
- Ik wil naar huis gaan.

- 我要回家。
- 我想回家。

- Wanneer ga je naar Europa?
- Wanneer gaat u naar Europa?
- Wanneer gaan jullie naar Europa?

你什么时候去欧洲?

- Willen jullie naar de film of naar het theater?
- Wil je liever naar de bioscoop of naar het theater?
- Wilt u naar de bioscoop of het theater gaan?

您想去电影院还是去剧院吗?

- Ik ben teruggegaan naar Japan.
- Ik keerde naar Japan terug.

我回到了日本。

- Breng me naar je leider.
- Breng me naar jullie leider.

带我去见你们的领导。

- Ik ga naar het vliegveld.
- Ik ga naar de luchthaven.

我去機場。

- Wanneer gaat ge naar huis?
- Wanneer ga je naar huis?

你几点回家?

- Iemand duwde mij naar binnen.
- Iemand duwde me naar binnen.

有人推我到裡面。

Naar het Hiltonhotel alstublieft.

请开到希尔顿酒店。

Ik luister naar muziek.

我听音乐。

Sadako glimlachte naar hen.

貞子對著他們微笑。

Ik ga naar bed.

我要睡了。

Ze gaat naar avondschool.

她上夜校。

Ik moet naar school.

我必須去上學.

Ik wil naar Lviv...

我想去利沃夫……

Ik wil naar huis.

我想家。

Ik moet naar huis.

我该回家了。

Luister goed naar mij.

仔细听着。

Breng hem naar binnen.

带他进来。

Ik ga naar school.

- 我去學校。
- 我去学校。

Ik wil naar Hawaï.

我希望去夏威夷。

Breng het naar mij.

把它带给我。

Ga naar de hel!

你們他媽的下地獄!

Waar kijk je naar?

你在看什么?

Ga onmiddellijk naar buiten!

请马上离开!

Ik ga naar boven.

我要去楼上。

Ik ging naar Londen.

- 我去伦敦了。
- 我去过伦敦。

Luister naar mij, oké?

聽我說,好嗎?

Ik ging naar buiten.

我出去了。

Tom wilde naar Australië.

汤姆想去澳大利亚。

Iedereen verlangt naar geluk.

每个人都向往幸福。

Ze ging naar huis.

她回家了。

Tom verlangde naar wraak.

湯姆想報仇。

Tom knipoogde naar Mary.

- 湯姆給瑪麗拋了個媚眼。
- 湯姆給瑪麗使了個眼色。

Ga snel naar huis!

- 快点回家。
- 赶快回家。

- De kamer rook naar tabak.
- De kamer stonk naar tabak.
- In de kamer stonk het naar tabak.

房里有股烟味。

- Ik ga lopend naar school.
- Ik ga te voet naar school.

我步行上學。

- Mijn hartsvriendin vertrok naar Canada.
- Mijn hartsvriendin is naar Canada gegaan.

我女朋友去了加拿大。

- Ik wil niet naar school.
- Ik wil niet naar school gaan.

我不想去学校。

Goede meisjes gaan naar de hemel, slechte meisjes gaan naar overal.

好女孩去了天堂,坏女孩遍地都是。

- Ik moet naar de wc.
- Ik moet even naar het toilet.

- 我要上厕所。
- 我要去上廁所。
- 我要去廁所。

Deze zomer zullen we naar de bergen gaan en naar zee.

今年夏天我們將去山上和海邊。

- Hij keek links en rechts.
- Hij keek naar links en naar rechts.
- Hij keek naar links en rechts.

他左右看了看。

- Ge moogt naar huis gaan nu.
- Je kunt nu naar huis gaan.

你現在可以回家了。

- Waarom ben je naar Japan gekomen?
- Waarom zijt ge naar Japan gekomen?

你为什么来了日本?

- Tom hoeft vandaag niet naar school.
- Tom moet vandaag niet naar school.

湯姆今天不應該上學。

- Hij gaat dikwijls te voet naar school.
- Hij loopt vaak naar school.

他常常走路去學校。

- Zijt ge naar de dokter geweest?
- Ben je naar een dokter geweest?

你去看过医生了吗?

- Luistert gij eigenlijk wel naar mij?
- Luister je eigenlijk wel naar mij?

你到底有没有在听我说话?

- Waarom gaan mensen naar de cinema?
- Waarom gaan mensen naar de bioscoop?

为什么人们去电影院?

- Is dit de bus naar Oxford?
- Is dat de bus naar Oxford?

这是去牛津大学的车吗?

- Hoe laat vertrekt ge naar school?
- Hoe laat ga je naar school?

你幾點鐘去學校?

- Wanneer zal je terugkomen naar school?
- Wanneer kom je terug naar school?

你何時會回學校?

Deze salade smaakt naar citroen.

这个沙拉有柠檬的味道。

Carol kijkt dikwijls naar horrorfilms.

卡羅常常看恐怖電影。

Kijk naar dat rode gebouw.

看那栋红色的房子。

Je gaat morgen naar school.

你明天去學校。

Ik loop altijd naar school.

我總是走路到學校。

Ik luister naar de radio.

我在聽收音機。

Tom wil naar Japan gaan.

湯姆想去日本。

Eindelijk ging hij naar Amerika.

他终于去美国了。

Hij wil naar Afrika gaan.

他想要去非洲。

Ik moest naar Amerika gaan.

我必須去美國。

Ik ga naar het restaurant.

我要去饭店。

Ik moet naar de bank.

我必须到银行去。