1. Home
  2. Translation in context
  3. Dutch-English
  4. Beginner

Translation of "Beginner" in English

0.005 sec.

Examples of using "Beginner" in a sentence and their english translations:

Ik ben een beginner.

I'm a beginner.

Ik ben ook een beginner.

I'm a beginner, too.

Tom is duidelijk een beginner.

Tom is obviously a beginner.

Voor een beginner was het goed.

It was good for a beginner.

- Ik ben maar een beginneling.
- Ik ben slechts een beginner.
- Ik ben nog maar een beginner.

I'm just a beginner.

- Tom is een beginneling.
- Tom is een beginner.

Tom is a beginner.

- Ik ben maar een beginneling.
- Ik ben nog maar een beginner.

I'm only a beginner.

- Tom is een beginneling.
- Tom is een beginner.
- Tom is een nieuweling.

Tom is a beginner.