Translation of "أسماك" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "أسماك" in a sentence and their dutch translations:

ميكروبات، عوالق، أسماك.

microben, plankton en vissen.

‫هل ستظهر أسماك القرش هذه مجددًا؟‬

Zullen die haaien terugkomen?

نجد أحيانًا أسماك السالب في أسراب ضخمة.

We vinden soms salpen in enorme zwermen.

لنسبح مع أسماك القرش في الحاجز المرجاني

laten we gaan zwemmen met haaien op de Barrier Reef

‫تكمن الغريزة الأولى‬ ‫في محاولة إخافة أسماك القرش.‬

Het eerste instinct is de haaien wegjagen.

قمر اصطناعي يتتبع أجهزة موضوعة على حيوانات مثل أسماك القرش

Volgapparatuur via satellieten op dieren als haaien

‫كنت أحظى بيوم رائع.‬ ‫رأيت سربًا كبيرًا من أسماك الأحلام.‬

Er was een geweldige dag. Een grote school droomvissen.

‫لكن أسماك شيطان البحر ذات الـ5 أمتار‬ ‫تُعدّ أقزامًا مقارنة بأكبر سمكة في البحر.‬

Maar zelfs manta's van vijf meter lijken klein naast de grootste vis van de zee.

‫ورأيتها تصطاد 3 أسماك بهذه الطريقة.‬ ‫لم أرها تصطاد سمكة قط في أثناء النهار.‬

En ik zag haar drie vissen vangen. Dat had ik overdag nooit gezien.