Examples of using "Işler" in a sentence and their dutch translations:
- Het werd vreemd.
- De dingen werden raar.
- Het liep fout.
De dingen veranderen.
- De dingen veranderen.
- De dingen zijn aan het veranderen.
De dingen liepen hoog op.
Het werd gewelddadig.
Hoe staan de zaken?
- Het liep snel uit de hand.
- De zaken escaleerden snel.
- De boel escaleerde snel.
Het ging mis.
S' morgens, wordt het stil.
Wat is hij van plan?
Hoe gaat het in Boston?
Het werd nog erger.
Maar daarna went het.
Het werkt hetzelfde in elk land.
- Je weet nooit hoe een koe een haas vangt.
- Je weet maar nooit!
- Zo is het leven.
- Zo gaat het nu eenmaal.
Veel studenten werken deeltijds.
- Ik ben bang dat de dingen verkeerd zullen uitdraaien.
- Ik ben bang dat dingen slechter zullen gaan.
Daarna was niets meer hetzelfde.
Kop op! Het is niet zo erg als je denkt.
Hij zegt dat wanneer dingen goed gaan,
Soms gebeuren er in het wild onverwachtse dingen.
Het wordt erger en erger.
Dingen zijn nooit zwart en wit.
We zijn al ver gekomen... ...maar het wordt zo veel lastiger.
We zijn al ver gekomen... ...maar het wordt zo veel lastiger.
Ik ben gewoon niet geschikt voor dit werk.
- Dat is het leven.
- Zo is het leven.
- Zo gaat het nu eenmaal.