Translation of "Nasıl" in Dutch

Nasıl?

- Hoe bedoelt u?
- Hoe?
- Hoezo?

Nasıl sevdiğimizden nasıl yaşadığımıza

Elk aspect van hoe we liefhebben, hoe we leven,

- Aileniz nasıl?
- Ailen nasıl?

- Hoe is het met uw familie?
- Hoe gaat het met je gezin?

- Kızın nasıl?
- Kızınız nasıl?

Hoe gaat het met je dochter?

- Nasıl geçti?
- Nasıl gitti?

- Hoe is het gegaan?
- Hoe ging het?
- Hoe is het afgelopen?

- Hanım nasıl?
- Yenge nasıl?

Hoe gaat het met uw echtgenote?

- Hava nasıl?
- Hava durumu nasıl?

Hoe is het weer?

- Kız kardeşin nasıl?
- Bacın nasıl?

Hoe gaat het met je zus?

- Nasıl yüzeceğimi bilmiyorum.
- Nasıl yüzülür bilmiyorum.
- Nasıl yüzüleceğini bilmiyorum.

Ik kan niet zwemmen.

Herkes nasıl?

Hoe gaat het met iedereen?

Karın nasıl?

Hoe gaat het met je vrouw?

Nasıl hissediyorsun?

- Hoe voelt ge u?
- Hoe voel je je?
- Hoe voelt u zich?

Mary nasıl?

Hoe is het met Maria?

Ailen nasıl?

Hoe is het met uw familie?

Asya nasıl?

Hoe is Azië?

Ebeveynlerin nasıl?

Hoe gaat het met je ouders?

Baban nasıl?

Hoe gaat het met je vader?

Nasıl biriydi?

Hoe was ze?

Nasıl hissediyorsunuz?

- Hoe voelt ge u?
- Hoe voel je je?
- Hoe voelt u zich?

Tom nasıl?

Hoe gaat het met Tom?

Okul nasıl?

Hoe gaat het op school?

Su nasıl?

Hoe is het water?

Annen nasıl?

Hoe gaat het met jullie moeder?

Nasıl olur?

Hoe kan dat?

Nasıl yapabildin?

Hoe kon je?

Nasıl kaybolabilirim?

Hoe kan ik verliezen?

İş nasıl?

Hoe bevalt je baan?

Nasıl tanıştınız?

Waar hebben jullie elkaar ontmoet?

Nasıl gitti?

Hoe is het afgelopen?

Aileniz nasıl?

Hoe gaat het met de familie?

Oğlum nasıl?

Hoe gaat het met mijn zoon?

Karım nasıl?

Hoe gaat het met mijn vrouw?

Hava nasıl?

Hoe is het weer?

Yumurtalar nasıl?

Hoe zijn de eieren?

Nasıl unutabilirsin?

Hoe kun je vergeten?

Nasıl kaybedebilirsin?

- Hoe kun je verliezen?
- Hoe kan je verliezen?

Nasıl hatırlayamazsın?

- Hoe kun je het je niet herinneren?
- Hoe kan je het je niet herinneren?

Nasıl söyleyebilirsin?

Hoe weet je dat?

Kızınız nasıl?

Hoe gaat het met je dochter?

Nasıl yaralandın?

Hoe ben je gewond geraakt?

Nasıl isterseniz!

- Zoals u wilt!
- Zoals je wilt.
- Je zegt het maar.
- Wat je wil.

Köpek nasıl?

Hoe gaat het met de hond?

Nasıl dersiniz...?

Hoe zeg je...?

Nasıl bilemezsin?

Hoe kan je dat niet weten?

Nasıl çalışıyor?

- Hoe werkt het?
- Hoe werkt dat?

Nezlen nasıl?

Hoe is het met je verkoudheid?

İngilizcen nasıl?

Hoe is jouw Engels?

Kızın nasıl?

Hoe gaat het met je dochter?

Görmeniz nasıl?

- Hoe is je zicht?
- Hoe is uw zicht?

İşitmeniz nasıl?

- Hoe is je gehoor?
- Hoe is uw gehoor?

- Onu nasıl yaptın?
- Bunu nasıl yaptın?

- Hoe heb je het gemaakt?
- Hoe hebben jullie het gemaakt?
- Hoe heeft u het gemaakt?

- Bu nasıl kapanıyor?
- Bunu nasıl kapatabilirim?

Hoe doe ik deze uit?

- Buna nasıl dayanacağız?
- Buna nasıl katlanacağız?

Hoe zullen we dit volhouden?

- Okula nasıl gidersin?
- Okula nasıl gidiyorsun?

Hoe geraak jij op school?

- Yumurtanı nasıl istersin?
- Yumurtanızı nasıl istersiniz?

Hoe lust je je eieren?

- Bu nasıl yazılıyor?
- Bu nasıl heceleniyor?

- Hoe schrijft men dat?
- Hoe wordt dat gespeld?

- Bu nasıl yazılıyor?
- O nasıl yazılır?

Hoe schrijft men dat?

- Hata nasıl gözlendi?
- Hata nasıl gözleniyor?

- Hoe wordt de fout vastgesteld?
- Hoe wordt de fout waargenomen?

- Kahveni nasıl istersin?
- Kahveni nasıl içmeyi seviyorsun?
- Kahveyi nasıl içersin?

Hoe drink jij je koffie?

- Onunla nasıl ilgileniyorsun?
- Onunla nasıl başa çıkıyorsun?

Hoe ga je ermee om?

Nasıl olduğunu bilirsiniz.

Ik bedoel, je weet hoe het gaat:

Nasıl ona tutunabiliriz ?

ongeacht de externe omstandigheden?

Nasıl başarılı olabilirdi?

om slechts dezelfde uitkomsten te bereiken?

Bunu nasıl yapabilirsiniz?

Hoe wil je dat doen dan?

Tatilini nasıl geçirdin?

Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?

Tatiliniz nasıl geçti?

Hoe was je vakantie?

Nasıl yazacağımı öğreniyorum.

Ik leer hoe je moet typen.

Okula nasıl geldin?

Hoe ben je naar school gekomen?

Cennete nasıl gidebilirim?

Hoe kan ik in de hemel komen?

Motoru nasıl çalıştırabilirim?

Hoe kan ik de motor starten?

Onu nasıl buldun?

- Wat vond je ervan?
- Hoe vond je het?

Onu nasıl açıklayabilirsin?

Hoe kan ik het uitleggen?

O nasıl hecelenir?

- Hoe spel je dat?
- Hoe schrijft men dat?
- Hoe wordt dat gespeld?
- Hoe wordt het gespeld?

Gecen nasıl geçti?

- Hoe was jouw avond?
- Hoe was uw avond?
- Hoe was jullie avond?

Kulağa nasıl geliyor?

- Hoe klinkt het?
- Waar klinkt het naar?

Okula nasıl gelirsin?

Hoe gaat ge naar school?

Onu nasıl buluyorsun?

Wat denk je ervan?

O, nasıl olabildi?

Hoe kon dat gebeuren?

Erkek kardeşin nasıl?

Hoe gaat het met je broer?

Tom nasıl kaçtı?

Hoe is Tom ontsnapt?

Noel'i nasıl geçirdin?

- Hoe heb je Kerstmis doorgebracht?
- Hoe hebt u Kerstmis doorgebracht?
- Hoe hebben jullie Kerstmis doorgebracht?

O nasıl oldu?

Hoe is dat gebeurd?

Bu nasıl oldu.

Het is op deze manier gebeurd.