Examples of using "Bilmek" in a sentence and their dutch translations:
Je wilt het niet weten.
Ik wil de reden weten.
Dat is nu net wat ik wil weten.
Je wil het niet weten!
Ik zou het voor de zekerheid willen weten.
- Wil je het weten?
- Wil je weten?
Ik wil de waarheid weten.
Hij wil de waarheid weten.
Dit is wat we willen weten.
We willen de feiten kennen.
Ik wil weten waarom.
Dat is goed om te weten.
Wat wil het meisje weten?
Wat als ik het gekund had?
Wil je dat echt weten?
We willen weten waarom.
Ik will alles weten.
Wat ik weten wil, is waarom.
Wil je de toekomst weten?
Ik wil het weten.
Tom wil weten hoe je heet.
Het is onmogelijk om aardbevingen te voorspellen.
Ik wil weten wie gebeld heeft.
Ik moet de naam van de leraar weten.
Ik wil graag weten wat je aan het doen bent.
Ik wil weten wat er gaat gebeuren.
Ik wil weten waar ze zijn.
Waarom wilt ge weten waaraan wij denken?
Maar ik moest en zou het weten.
- Waarom wilt ge weten waaraan wij denken?
- Waarom wilt ge weten wat wij denken?
Waarom wilt ge weten wat wij denken?
Wil je dat echt weten?
Ze wilden echt weten wat er gebeurd is.
Vertel me wat ik weten wil.
Ik wil weten wie de leiding heeft.
Ik wil weten wie hiervoor betaald heeft.
Wil je weten wat ik aan het doen ben?
Ik wil weten wat er met Tom gebeurd is.
Ik wil weten hoe dit heet.
Ik wil weten wat je hier doet.
Ik weet het niet en wil ik ook niet weten.
"Wat willen jullie weten?" "Alles."
We willen allemaal graag de waarheid weten.
Ik zou graag willen weten waarom je hier bent.
- Tom wou weten waar we heen gingen.
- Tom wou weten waar we naartoe gingen.
Ik wil weten wie met ons mee komt.
We willen weten wat er gebeurd is.
Ik wil weten wat er met hem gebeurd is.
Ik zou graag willen weten waarom je niet op Tom wachtte.
Ik wil meer over je weten.
Ze wil weten wie de bloemen stuurde.
Wil je weten wie dat gedaan heeft?
Weten is één ding, het ook doen is heel wat anders.
Ik wil niks weten over Tom.
Ik wil weten hoe ze dat doen.
Ik wil alleen maar weten waarom Tom is weggegaan.
Laat het me weten als iemand iets heeft gezien.
Ik wil weten op welk tijdstip de vergadering begint.
Ik wil meer over haar weten.
Ik wil weten wanneer de vergadering begint.
Wil je weten wat er met Tom gebeurd is?
Jullie zijn oud genoeg om beter te weten.
Ik wil weten waar je gisteravond was.
Ik zou graag weten hoe je aan mijn telefoonnummer geraakt bent.
Ik moet weten of het waar is.
Zou je graag willen weten wie zij is?
Tom wilde weten met wie Mary aan het praten was.
Tom wilde weten waar hij kurkuma kon kopen.
- Ik wil meer weten over uw land.
- Ik wil meer over jouw land weten.
- Ik wil meer over jullie land weten.
Als je het echt wilt weten, hoef je het alleen maar te vragen.
Ik zou willen weten wat de exacte wisselkoers is voor de yen.
Hij hoeft het niet te weten.
Ik wil precies weten hoe Tom doodging.
Ik wil weten of jij weet wie hem vermoord heeft.
Als je het antwoord wilt weten, zal je op Tom moeten wachten.
Ik zou heel graag willen weten wat dat is.
- Is er nog iets anders dat je wilt weten?
- Is er nog iets anders dat u wilt weten?
Ik wil meer over hen weten.
Tom wou weten hoe het verhaal afliep.
Wil je niet weten hoe Tom dat deed?
Dat is goed om te weten.
kan het nog moeilijker zijn om te herkennen hoe propaganda eruit ziet.
We willen weten welk deeltje het is.
Ik wil meer over Toms biologische ouders weten.
Ik dacht dat je wilde weten dat Tom een paar minuten geleden is gearriveerd.
Zij hoeft het niet te weten.
...want het zou geruststellend zijn voor mensen om te weten dat dit niet oneindig duurt.
Ik wil alleen maar weten waarom je zo vroeg bent weggegaan.
Ik wil weten wat er hier aan de hand is.