Examples of using "Istiyor" in a sentence and their dutch translations:
Wat wil zij?
Zij wil dansen.
Je broer vraagt om hulp.
Mijn dochter wil een piano.
Zij wil hem kussen.
- Ik zou willen wenen.
- Ik heb zin om te huilen.
Hij wil naar Afrika gaan.
Tom wil deze.
Wil je wat suiker?
Tom wil leuk gevonden worden.
Tom wil aandacht.
Wil je gaan?
Zij vraagt het onmogelijke.
Wat wil de kat?
Wil je dat ik wegga?
Tom wil spelen.
Wil je wijn?
Zij wil komen.
Wie wil het?
Wie wil er thee?
Tom wil geld.
Wie wil gaan?
Tom wil advies.
Ze willen praten.
Tom wil een dessert.
Wie wil er koekjes?
- Wilt u dat ik wacht?
- Wil je dat ik wacht?
Wil je dat ik kom?
Hij wil vlees.
Hij wil pindakaas.
Hij wil de waarheid weten.
Iedereen wil geld.
De hond wil vlees.
Wil je rusten?
Zij wil beroemd worden.
- Ze willen vrede.
- Zij willen vrede.
Mijn baby wil praten.
Tom wil blijven.
Iedereen wil gaan.
Tom wil updates.
Wil je bewijzen?
Wil je ze?
Tom wil wraak.
- Wil je winnen?
- Willen jullie winnen?
- Ze willen dat.
- Dat willen ze.
Hij wil fruit.
- Hij wil gaan.
- Zij wil gaan.
Hij wil het geld.
Zij wil een zangeres worden.
- Hij wil naar Amerika.
- Hij wil naar Amerika gaan.
Ze wil hem.
- Wat wil zij?
- Wat wilt u?
- Wat wil hij?
Wil je een taxi?
- Hij wil haar kussen.
- Zij wil hem kussen.
- Hij wil u kussen.
- Zij wil u kussen.
Willen jullie geld?
Wil je spelen?
Wat wil Tom?
Wat wil het meisje weten?
- Wil je het echt?
- Wilt u het echt?
- Willen jullie het echt?
Wil hij dat echt?
Sami wil zich bekeren tot de islam.
Tom wil u spreken.
- Wilt ge fruitsap?
- Wil je fruitsap?
- Wil je een vruchtensap?
- Ik zou wat willen drinken.
- Ik heb zin om iets te drinken.
- Ik heb zin in een drankje.
Henry wil je zien.
Tom wil naar Japan gaan.
Hij wil dat je hier blijft.
Hij wil de spin pletten.
Tom wil dit passen.
Tom wil dansen.
Tom wil beroemd zijn.
Ik heb zin om te zingen.
Hij wil dat ik met hem meega.
Iedereen wil gelukkig zijn.
Hij wil een appel.
Mary wil het huis vegen.
Wil jij dat ik antwoord geef?
De bank wil haar geld terug.
Wil je dat echt weten?
Hij wil van zijn boeken af.
Wil je iets?
- Willen jullie het aanraken?
- Wil je het aanraken?
Hij wil gewoon aandacht.
Sawako wil naar Frankrijk.
Willen jullie in Duitsland wonen?
De hele natie wil vrede.