Examples of using "Torneo" in a sentence and their dutch translations:
Patricia zal het toernooi organiseren.
Een zangwedstrijd.
- Wie denk je dat het toernooi gaat winnen?
- Wie denk je dat het toernooi zal winnen?
Onze wedstrijd gaat verder met een botsing tussen kaken en klauwen.
Paul is een van de leerlingen die zullen meedoen aan het schaaktornooi.
Tom was droevig toen de ploeg van zijn land werd uitgeschakeld in het toernooi.