Examples of using "Telefonear" in a sentence and their dutch translations:
Waar kan ik bellen?
Waar kunnen we telefoneren?
Waar kunnen we telefoneren?
Het is gevaarlijk om te bellen en tegelijkertijd te rijden.
Wil je voor mij bellen?
Gelukkig kon ik weken later met mijn kinderen bellen.
Waar kan ik bellen?