Examples of using "Podemos" in a sentence and their dutch translations:
- Wij kunnen je helpen.
- Wij kunnen u helpen.
Kunnen we praten?
We kunnen helpen.
Kunnen we praten?
Kunnen we het geloven?
- Kunnen we gaan?
- Mogen we gaan?
Wij kunnen uitrusten.
- Ja, dat kunnen we.
- Ja we kunnen het.
- Wij kunnen je helpen.
- Wij kunnen u helpen.
Waar kunnen we telefoneren?
Dat kunnen wij doen.
Wat kunnen we doen?
We kunnen ons hypocriet voelen.
hoe moet het nu verder?
Kunnen we nu praten?
Kunnen we daarheen gaan?
Wanneer kunnen we eten?
Kan dit nu gedaan worden?
- Hoe kunnen we dat voorkomen?
- Hoe kunnen wij dat voorkomen?
Waar kunnen we telefoneren?
Kunnen we mammoeten klonen?
Wanneer kunnen we bij elkaar komen?
Waar kunnen we de auto parkeren?
Wanneer kunnen we elkaar weer zien?
Waar kunnen we de auto parkeren?
want we hebben geen controle
...kunnen we de modder afspoelen en verdergaan.
Ik kan hem vastbinden met een stukje parachutekoord.
Ofwel die kant op...
We kunnen hier nu zijn
we geleidelijk kunnen slagen.
We kunnen motiverende feedback geven
ieder van ons ervaart angst,
Dit kunnen we realiseren
We kunnen vanavond beginnen.
We kunnen het vanavond bezorgen.
Wat kunnen we nog doen?
Kunnen we de planeet redden?
Wij kunnen Tom helpen.
Me moeten ermee ophouden onszelf te bedriegen.
Kunnen we later praten?
Kunnen we de crisis te boven komen?
We kunnen een pizza bestellen.
We kunnen vandaag niet beginnen.
Kunnen we elkaar nog eens ontmoeten?
Wij zijn niet in staat om dat te doen.
Maar we kunnen hem niet verstaan.
We kunnen geen melk drinken.
We kunnen deze oorlog winnen.
- Samen zullen we het halen!
- Samen kunnen we het doen!
Zo kunnen we niet leven.
Kunnen we u vertrouwen?
We kunnen niet leven zonder lucht.
We kunnen leveren binnen een week.
We kunnen dit rationeel allemaal wel begrijpen.
waar we op kunnen bouwen,
om te zeggen dat meditatie
kunnen we zeggen dat we mediteren.
We eten omwille van twee redenen.
We kunnen dit, mensen.
We kunnen niet in eenzaamheid leven.
We kunnen in de grot kamperen...
Maar samenwerken kan het probleem oplossen.
Ik denk dat we dat kunnen veranderen.
Hoe kunnen we oorlog afschaffen?
Het geeft niet; we kunnen u helpen.
Kunnen we een nieuwe auto kopen?
We kunnen geen twee weken wachten.
Wij kunnen geen vertrouwelijke informatie vrijgeven.
We kunnen Tom niet vinden.
We kunnen contant betalen.
We kunnen niet leven zonder zuurstof.
Zonder water kunnen we niet bestaan.
We kunnen niet slapen vanwege het lawaai.