Translation of "Tareas" in Dutch

Hombres, hemisferio izquierdo, orientado a las tareas.

Mannen, linkerhersenhelft, taakgericht.

Tenía que ayudar con las tareas domésticas.

Ik moest hem helpen met het huishoudelijk werk.

Él me ayudó a hacer mis tareas.

Hij heeft mij mijn huiswerk helpen maken.

Ella estaba ocupada con las tareas del hogar.

Zij was bezig met het huishouden.

La cantidad de tiempo que pasamos en tareas domésticas

is het gedeelte van de tijd besteed aan huishouden

- ¿Has hecho todos los deberes?
- ¿Hiciste todos tus deberes?
- ¿Has hecho todas tus tareas?

Heb je al je huiswerk afgemaakt?

Ella no sólo hace las tareas del hogar, sino que enseña en la escuela.

Ze doet niet alleen het huishouden maar geeft ook les op school.