Examples of using "Subí" in a sentence and their dutch translations:
Ik beklom het hek.
Ik stapte op de trein.
Ik liep de heuvel op.
Ik ben aan boord gegaan.
Diezelfde dag beklom ik een trapje van drie treden,
Ik lette niet goed op en ben per ongeluk in de verkeerde bus terechtgekomen.
Ik lette niet goed op en ben per ongeluk in de verkeerde bus terechtgekomen.