Examples of using "Error" in a sentence and their dutch translations:
Ik erken mijn fout.
Er is geen fout.
U hebt dezelfde fout gemaakt.
Het was een fout.
Ik heb een fout gemaakt.
Het was mijn fout.
- Dit is een vergissing.
- Dit is een fout.
Ik erken mijn fout.
Ik neem alles terug.
- U heeft een fout gemaakt.
- Je hebt een fout gemaakt.
- Jullie hebben een fout gemaakt.
Hij heeft zijn fout erkend.
Gij hebt dezelfde fout gemaakt.
Waar is de fout?
Dat was een fout.
Elke fout maakt me sterker.
Tom gaf zijn fout toe.
Maak geen fouten!
Mijn grootste fout.
Het kan een fout zijn.
Denkt ge dat hij de fout met opzet gemaakt heeft?
Denkt ge dat hij de fout met opzet gemaakt heeft?
Maak dezelfde fout niet nog eens.
Dit was een ernstige fout.
Ik zal wel een fout gemaakt hebben.
Het lijkt erop dat er een fout is gemaakt.
Hij heeft mij bij vergissing geslagen.
Dat was een onvergeeflijke fout.
Dat moet een fout zijn.
Iedereen kan wel een foutje maken.
Ik heb een afschuwelijke fout begaan.
Zij lachten over zijn fout.
Ik zal die fout nooit meer maken.
U hebt dezelfde fout gemaakt.
Hij heeft een heel grote fout gemaakt.
- Tom gaf zijn fout niet toe.
- Tom heeft zijn fout niet toegegeven.
Ik was in de stereotypering gestonken.
Waar is de fout opgetreden?
Hoe uit zich de fout?
Het was een fout van hun kant.
Het is een tikfout. Sorry.
- Er is een fout in de rekening.
- Er staat een fout in de rekening.
Mijn fout.
Het zou, inderdaad, een vergissing kunnen zijn.
Dat is een veelvoorkomende fout.
Denkt ge dat hij de fout met opzet gemaakt heeft?
Hebt gij die fout met opzet gemaakt?
Ik denk dat je een fout hebt gemaakt.
Er zit in foutje in deze zin.
Je hebt weer dezelfde fout gemaakt.
Een onschuldige man was bij vergissing opgepakt.
Hij was zich niet bewust van zijn eigen fout.
Die scherpe rots kiezen was in feite een fout...
De eerste fout is wat we meten.
...als je gelijk hebt, maar ook als dat niet zo is.
Hij ontdekte dat hij een fout had gemaakt.
Ik ben bang dat hij een fout zal maken.
Ik heb een grote fout gemaakt bij de toets.
Hij deed per ongeluk zout in zijn kopje koffie.
Hij vergiste zich en dronk vergif.
Ik denk dat ik een grote fout begaan heb.
Herhaal dezelfde fout niet opnieuw.