Translation of "Preparados" in Dutch

¿Preparados?

Ben je er klaar voor?

¿Están preparados?

OK. Klaar?

¿Estamos preparados para eso?

Zijn we daartoe bereid?

Bueno, ¿preparados para la primera?

Goed, zijn jullie klaar? Voor de eerste?

Tenemos que estar preparados para eso.

We moeten erop voorbereid zijn.

Siempre debemos estar preparados para lo peor.

- We moeten altijd op het slechtste voorbereid zijn.
- We moeten altijd op het ergste voorbereid zijn.

- ¡Prepárate!
- Estate preparado.
- Estad preparados.
- ¡Está preparado!

- Wees voorbereid!
- Wees voorbereid.

- ¿Estáis preparados?
- ¿Estáis listos?
- ¿Están ustedes listos?

Zijn jullie klaar?

Para el que pocos hombres estaban mejor preparados.

commando, waarvoor maar weinig mannen beter geschikt waren.

No estamos nada preparados para el frío invierno.

We zijn allesbehalve klaar voor de koude winter.

La mayoría de los jóvenes no se sienten preparados para elegir una profesión.

De meerderheid van de jongeren voelt zich niet voorbereid op het kiezen van een beroep.

- ¿Estáis todos listos?
- ¿Están todos listos?
- ¿Están todos ustedes listos?
- ¿Estáis todos preparados?

Zijt ge allemaal klaar?