Examples of using "Pon" in a sentence and their dutch translations:
- Kijk uit!
- Voorzichtig!
- Let op!
- Geef acht!
- Wees voorzichtig.
- Pas nu op!
- Attentie!
- Opgepast!
- Pas op!
- Kijk uit.
- Leg het geweer op de tafel.
- Leg het pistool op tafel.
- Leg het pistool op de tafel.
Breng het water aan de kook.
Luister met aandacht naar wat hij zegt.
Leg dat boek boven op de andere.
Leg het pistool op tafel.
Leg het geweer op de tafel.
Leg wat ijs op je linkerbeen.
Doe wat water in de vaas.
Zet het boek in de boekenkast alsjeblieft.
Leg dat boek boven op de andere.
Zet alsjeblieft wat kaarsen op de verjaardagstaart.
- Plaats het spel kaarten op de eiken tafel.
- Leg het spel kaarten op de eiken tafel.
Leg een gram vrijmoedigheid in alles wat je doet.
Zet je naam op de lijst en geef hem door aan de volgende persoon.
Zet de auto in de garage.
- Leg het boek terug waar het lag.
- Leg het boek terug waar het stond.
- Leg het boek terug waar het was.
Hou daar in godsnaam mee op!
Leg het boek terug waar je het gevonden hebt.