Examples of using "Arma" in a sentence and their dutch translations:
- Weg met het geweer.
- Doe het pistool weg.
Geef het wapen aan mij!
- Laat je wapen vallen!
- Laat je pistool vallen!
Ik heb een wapen nodig.
Wie heeft het wapen?
Had Tom een wapen?
Heb je een wapen gekocht?
Tom had een geweer.
Het wapen is niet geladen.
En ze legde het geweer neer en liep weg.
Leg het geweer op de tafel.
Ze gebruikt haar arm als een vreemd wapen.
De atoombom is een verschrikkelijk wapen.
Om zich te verdedigen, gebruikte hij zijn paraplu.
Deze zijden draden zijn een geheim wapen...
De tong van een vrouw is haar zwaard.
Een glijdend geladen geweer dat elk moment af kan gaan.
Maar wat is een wapen in het informatietijdperk?
Dat is volgens het State Department een potentieel wapen.
Als ze grote klauwen hebben dan zijn dat hun wapens.
- Tom vertelde Maria dat hij een vuurwapen had.
- Tom vertelde Maria dat hij een pistool had.
- Tom vertelde Maria dat hij een geweer had.
Het geheime wapen van de luiaard is een maag met vier kamers
De vingerafdrukken op het wapen komen overeen met die van de verdachte.
- Leg het geweer op de tafel.
- Leg het pistool op tafel.
- Leg het pistool op de tafel.
toen een huurmoordenaar het vuur opende met een zelfgemaakt geweer met meerdere loop:
Tranen zijn het wapen van een kind.
Volkskundige Jonathan Young zegt dat enige dat het kan schaden... ...een wapen gedoopt in menselijk speeksel is.