Examples of using "Pensé" in a sentence and their dutch translations:
Er kwam een gedachte bij me op:
Dus begon ik te denken:
Ik dacht: dit is echt een probleem.
Ik heb aan je gedacht.
Ik dacht hetzelfde.
Ik dacht dat het waar was.
En daar dacht ik over na,
Wat is er aan de hand?
- Ik dacht dat je niet ging komen.
- Ik dacht toch dan je niet ging komen.
Ik dacht dat je een grapje maakte.
Ik dacht dat we samen zouden ontbijten.
Ik dacht dat je gewond was.
Ik dacht dat jij opgewonden zou zijn.
Ik dacht dat hij alleen zou komen.
Ik dacht dat je een Canadees was.
Daar heb ik niet aan gedacht.
Ik wist het wel.
Ik dacht aan die plastic rietjes.
Ik dacht over veel dingen na,
Ik vond dat ik dat moest doen.
Ik dacht niet dat het zo veel zou zijn.
Ik dacht dat hij onschuldig was.
Ik dacht dat Tom dankbaar zou zijn.
Ik dacht dat ik altijd alleen zou zijn.
Ik dacht dat Tom dood was.
Ik dacht dat Tom verdwaald was.
Ik dacht dat we zouden sterven.
Dat is precies wat ik dacht.
Ik dacht dat hij daar was.
Ik had nooit gedacht dat ze me zouden accepteren.
Dit is wat ik dacht.
Het eerste wat ik dacht was:
Ik dacht dat hij niet zou komen.
Ik vond Maria mooi.
Ik dacht: dit is mijn derde taal,
Dit kan niet waar zijn, dacht ik.
Eerst dacht ik dat ze op de vissen jaagde.
En het was vreugdevol. Zo van 'Nou, daar is ze.'
Dat is precies wat ik dacht.
Eerst dacht ik dat ze ziek was.
- Ik dacht dat je wilde dat ik je hielp.
- Ik dacht dat u wilde dat ik u hielp.
- Ik dacht dat jullie wilden dat ik jullie hielp.
Ik heb er de hele dag aan gedacht.
Ik dacht dat mijn ogen mij bedrogen.
Ik dacht dat het allemaal Canadezen waren.
Ik dacht dat het onmogelijk was zoveel te slapen.
Dat is wat ik in het begin dacht.
Ik dacht ook zo.
Dat is precies wat ik dacht.
Ik overdacht de evolutie van de technologie
dacht ik dat er iets mis was met me.
En ik dacht aan de klassieke symbolen:
Ik vroeg me af of iemand iets onder water kon volgen.
Ik denk: Ze is veilig. Ze zit onder de rots.
Ik denk: deze vangt ze zeker.
Ik dacht dat Tom één van hen was.
Ik dacht dat we uit eten zouden gaan.
Ik dacht alleen dat je misschien iets zou willen eten.
Ik dacht na over de betekenis van zijn schilderij.
Ik dacht dat je met Tom had afgesproken.
Ik dacht niet dat je naar mijn feestje zou komen.
Ik dacht dat Tom en Mary getrouwd waren.
Ik dacht aan jou.
"Ik dacht dat je Japans was." "Nee, ik ben een Mexicaan."
En daardoor dacht ik aan al mijn trauma's:
Dus dacht ik wat meer en zei:
Ik dacht dat dit voorbij was. Ze was weg.
Ik wilde haar helpen bij haar hol te komen.
Eerst dacht ik dat hij je broer was.
Ik dacht dat Tom weg was bij Mary.
Ik dacht dat Tom tenminste de situatie zou begrijpen.
Ik dacht dat je thuis ging blijven.
en ik dacht aan mijn kind van twee
Ook verwachtte ik dat ze door minder angst en schuldgevoel