Examples of using "Pasar" in a sentence and their dutch translations:
- Niet betreden.
- Verboden toegang.
Laat hem door.
- Laat me erdoor.
- Laat me door.
Excuseer, mag ik door?
Laat hem uithongeren.
Dit zal niet nog eens gebeuren.
Gelieve mij door te laten.
- Kan ik binnenkomen?
- Mag ik binnenkomen?
Ik laat je niet door.
- Gelieve mij door te laten.
- Alstublieft, laat me door.
Wat is er zojuist gebeurd?
Mag ik naar de wc gaan?
Laat me binnen alsjeblieft!
Doe alsof je mij bent.
Je kunt bij ons overnachten.
Dat zal niet gebeuren.
- Met wie ben je van plan Kerstmis door te brengen?
- Met wie bent u van plan Kerstmis door te brengen?
- Met wie zijn jullie van plan Kerstmis door te brengen?
Daar kom ik niet door.
Dit zal niet nog eens gebeuren.
Ik moet stofzuigen.
- Ik moet slagen in dit examen.
- Ik moet slagen voor dit examen.
Wat gaat er vandaag gebeuren?
- Het had iedereen kunnen overkomen.
- Het had gelijk wie kunnen overkomen.
Dat zal niet gebeuren.
Dat zal nooit gebeuren.
Hij heeft net de tol betaald.
Ik studeerde hard om het examen te halen.
Ik wilde meer tijd met Tom doorbrengen.
Breng hem naar binnen.
Denk je dat het niet gaat gebeuren?
Hoe kon dat gebeuren?
dat we dit van generatie op generatie kunnen doorgeven.
Dit helpt je de nacht door komen.
Hij redt het dankzij zijn beschermende buitenkant.
Laten we eens kijken wat er kan gebeuren in het ergste geval.
Kunt ge mij het zout geven a.u.b.?
Zoiets kan iedereen overkomen.
Dat zal me niet overkomen.
- Ik wou de hele tijd bij hem zijn.
- Ik wilde de hele tijd bij hem zijn.
Kun je dat aan mij geven?
Ik wilde niet nog meer tijd doorbrengen met Tom.
Hoe wist je dat dat ging gebeuren?
Zag je de hond niet door de tuin lopen?
Dit helpt je de nacht door komen.
Dit mag ze niet laten schieten.
De kat is zojuist naast mij overleden.
Laat me binnen alsjeblieft!
Hoe kon dat gebeuren?
Het gaat niet gebeuren.
Het is een te mooie kans om ze voorbij te laten gaan.
Ik kan niet meer wachten om met haar de nacht door te brengen.
- Tom, met wie ga je Kerstmis doorbrengen?
- Tom, met wie gaat u Kerstmis doorbrengen?
Wanneer zal ik je morgen afhalen?
Kunt u mij doorverbinden met iemand die Spaans spreekt?
Men kan niet weten wat er morgen zal gebeuren.
- Ga je Kerstmis niet doorbrengen met Tom?
- Gaat u Kerstmis niet doorbrengen met Tom?
- Gaan jullie Kerstmis niet doorbrengen met Tom?
Ik ga het weekeinde in Kanazawa doorbrengen.
Je moet alles weten als je wilt slagen voor deze proef.
Ik zette een stap opzij, om hem te laten doorgaan.
Van dit naar gekleurde stoffen:
Na enkele weken in deze plantenfabrieken
Na veel overleg besloten we onze vakantie in Spanje door te brengen.
Ik heb het gevoel dat er iets vreselijks staat te gebeuren.
Ik wil in een hotel vlak bij het vliegveld verblijven.
Tom gelooft dat hij weet wat er gaat gebeuren.
Ik kan niet meer wachten om met haar de nacht door te brengen.
Ik haat het om alleen te zijn met Kerstmis.
- Aan de kant.
- Ga aan de kant.
- Opzij.
- Opschuiven.