Examples of using "Entrar" in a sentence and their dutch translations:
Laat hem binnen.
Laat me binnen.
Breng hem naar binnen.
Laat ze binnen.
Laat me binnen.
Niet betreden.
Mag ik binnenkomen?
- Wil je binnenkomen?
- Wens je binnen te komen?
Ik moet binnen.
Je kunt binnenkomen.
Het is mij gelukt om binnen te komen.
Breng hem naar binnen.
Het is mij gelukt om binnen te komen.
Laat me binnen alsjeblieft!
Neem me niet kwalijk, mag ik binnen komen?
- Je mag nu binnenkomen.
- Nu mag je binnenkomen.
U kunt binnenkomen.
- Kan ik binnenkomen?
- Mag ik binnenkomen?
Laat me binnen alsjeblieft!
Je kunt daar niet ingaan!
Laat me binnen alsjeblieft!
- Ik hoorde je niet binnenkomen.
- Ik hoorde u niet binnenkomen.
Ik heb hen de bank zien binnengaan.
Ik zag hem de winkel binnengaan.
Laat wat frisse lucht binnen.
Tom liet Maria niet binnen.
Ik zag hem de winkel binnengaan.
Mijn antivirus heeft een virus doorgelaten.
Ik zag hem de kamer binnengaan.
Gelieve te kloppen alvorens binnen te gaan.
Open de deur en laat de hond binnen.
Je kan alleen binnen komen als je ons wachtwoord weet.
Ik zag de man de kamer binnengaan.
Ik heb een visa nodig om dat land binnen te komen.
Tom probeerde niet in paniek te raken.
Laat alsjeblieft wat frisse lucht naar binnen.
Je mag niet binnen omdat je nog minderjarig bent.
Tom laat mensen niet binnen in zijn huis.
Ze zullen ons niet toestaan om in de tuin te gaan.
klaar om de échte wereld binnen te stappen.
nu snel denken, je gaat in paniek raken;
Het was geen zonde om een bank te overvallen.
En nu kun je in mijn octopuswereld komen.'
Het voelde eng om de volgende dag het water in te gaan.
Klop op de deur alvorens de kamer binnen te gaan.
Ik zag een zwarte kat het huis binnenrennen.
Tom zette het raam open en liet frisse lucht binnen.
Als we naar binnen gaan hebben we een lichtbron nodig.
Dus je wil 'n schaap vangen en 't gebruiken om warm te blijven?
als iedereen binnen kan met een verbonden toestel?
We moeten onze schoenen uitdoen, voor we in het huis binnengaan.
Neen, ik kan u niet binnenlaten. Er is één persoon te veel.
Doe uw schoenen uit voor ge de kamer binnengaat.
- Er mogen geen studenten in de kamer.
- In de kamer mogen er geen studenten.
- Studenten mogen de kamer niet binnen.
De dief gebruikte een schroevendraaier om in de auto in te breken.
Hij haalde diep adem voordat hij het kantoor van zijn chef binnenging.
Laat de hond niet binnen!
Ik had een geldig visum, dus mocht ik het land binnen.
- Ik ben de sleutel van de kamer kwijt en kan er niet in.
- Ik heb de sleutel van de kamer verloren en kan nu niet naar binnen.
Je moet je schoenen uittrekken voordat je een huis binnengaat.
- De trein vanuit Genève zal het station binnenkomen.
- De trein vanuit Genève zal het station binnenrijden.
We moeten onze schoenen uitdoen, voor we in het huis binnengaan.