Examples of using "Parado" in a sentence and their dutch translations:
Het staat nog steeds overeind.
Hij staat op het podium.
Hij stond achter de deur.
Hij stond aan de deur.
Wie is die man die daar staat?
Hij staat op de heuvel.
Er staat iemand achter de muur.
De kerstman stond in de tuin.
De regen is opgehouden.
Hij stond.
Ik sta in het midden van het schoolplein.
Waarom stopte ze?
Ga je daar de hele dag blijven staan?
Hij stond daar met gesloten ogen.
Hij staat op de rand van de afgrond.
Hij stond heel dicht bij me. Het was verontrustend.
Blijf daar niet zo staan, bel de beveiliging!
Ik ben werkloos.
Ga je daar de hele dag blijven staan?
De jongen die aan deze kant staat is mijn zoon.
Gezien er geen vrije zitplaatsen waren in de bus bleef ik staan.
Er staat iemand bij de poort die erg op Tom lijkt.
Ik ben werkloos.
Tom stond op het perron in metrostation Westminster.
Ik ben werkloos.
Hoe kan ik nou gezien hebben wat je deed, als je achter me stond? Ik heb geen ogen in m'n achterhoofd!
Omdat er geen plek meer was aan tafel, moest ik staand eten.