Examples of using "Papá" in a sentence and their dutch translations:
Papa, waar ga je heen?
Nee, papa.
Vader is genezen.
Papa, waar ga je heen?
Waar is pappa?
Papa werkt.
Vraag het aan papa!
Vader is genezen.
Papa heeft boeken voor me gekocht.
Nu is vader wakker.
- Papa is ongeduldig vandaag.
- Papa is vandaag ongeduldig.
Hij gelooft in de Kerstman.
Mijn vader gaat me vermoorden.
Papa heeft boeken voor me gekocht.
Ik hou van mijn vader.
Wat ben je aan het doen, papa?
Tom is mijn vader.
Ik woon bij m'n pa.
Ik ga pap vermoorden.
Is pap in de keuken?
Papa heeft een fototoestel voor me gekocht.
- Weet je wie haar vader is?
- Weet je wie zijn vader is?
Papa moedigt hem altijd aan.
Mama is ouder dan papa.
Papa komt morgen thuis.
Vader is een goed mens.
Papa heeft boeken voor me gekocht.
Zeg tegen papa dat hij moet komen.
Vertel het niet tegen papa.
Mijn vader veegt de garage.
- Mijn zoon gelooft in de Kerstman.
- Mijn zoon gelooft in Sinterklaas.
Vroeger reed mijn vader een Kever.
Papa weet wat hij doet.
Pappa is trots op zijn auto.
Dat zal papa niet leuk vinden.
Papa schilderde de muren wit.
Papa, ik kan niet meer lopen. Draag me.
Mijn vader is voor het ogenblik in de tuin.
Mama en papa zijn erg nerveus.
- Tom was verkleed als kerstman.
- Tom was gekleed als de kerstman.
De Kerstman is eigenlijk gewoon jouw vader, nietwaar?
Terug naar mijn vader.
Dus ging ik naar pap toe.
Mama en papa worden vast niet boos.
Lieve Kerstman, ik wil een vriendin voor Kerstmis.
De kerstman stond in de tuin.
Ik kan het mijn vader niet vertellen.
Mijn vader is zich aan het scheren in de badkamer.
Papa is een man die hard werkt.
Mijn zoon gelooft nog steeds in de kerstman.
Dat is het gebouw waar papa werkt.
- Waarom is pap in de keuken?
- Waarom is mijn pa in de keuken?
Mijn moeder is ouder dan mijn vader.
Toen mijn vader thuiskwam, keek ik tv.
Toen ik nog klein was, geloofde ik in de Kerstman.
Mijn vader maakt iedere dag een wandeling.
- Mijn vader heeft graag sterke koffie.
- Pappa heeft graag sterke koffie.