Examples of using "Hacia" in a sentence and their dutch translations:
Kijk vooruit.
Naar beneden?
...op onbekend terrein.
Kijk recht vooruit.
Kijk achter je!
- Komt hij hierheen?
- Komt zij hierheen?
Naar waar moet ik kijken?
Tom liep naar het raam en keek naar buiten.
We halen hem terug. Kom op.
Oké, een achterwaartse salto.
Laten we naar het meer rijden.
Houd links aan.
Waar ga je nu heen?
- Ze keek achter zich.
- Ze keek erachter.
Tom keek op.
Kijk naar de toekomst.
- Kun je dichter bij me komen?
- Kunt u dichter bij me komen?
- Kun je die kant opdraaien?
- Kunt u die kant opdraaien?
Morgen vertrekken we naar Frankrijk.
Dat is omdat de boom richting het licht reikt, richting de zon,
bevonden zich vijf kilometer diep.
ze reppen zich nu naar een blessure.
...door hun geroep te naderen.
Is het daar? Richting die keien?
Dus je wilt richting het wrak blijven lopen?
Is het daar? Richting die keien?
en naar beneden druppelde.
Ik kwam hier aan rond vijf uur.
Hij keek weg.
Naar het zuiden.
Hij vloog naar het zuiden.
Ze keek naar hem op.
Ik heb mijn fototoestel op haar gericht.
Eergisteren is hij naar Londen afgereisd.
Tom wees naar de sterren.
- Hij keek links en rechts.
- Hij keek naar links en naar rechts.
- Hij keek naar links en rechts.
...of we proberen zo'n grote boom...
...naar die oase in de verte.
Daar gaat hij naar beneden.
richting het onvermijdelijke eind ging,
We gaan naar beneden en naar rechts.
Die dingen komen die spleet in.
...stormde op me af... ...en greep me vast.
- Ik ben rond zes uur opgestaan.
- Ik ben tegen zessen opgestaan.
Ik ga naar de maan vliegen.
- Het schip vaart naar het noorden.
- Het schip vaart noordwaarts.
- Waar komen we vandaan, waar gaan we naartoe?
- Waar komen we vandaan? Waar gaan we heen?
Ik zou een vlucht naar Vancouver willen reserveren.
Planten groeien naar het zonlicht.
De parachutisten zweefden langzaam naar beneden.
Leerkrachten lopen naar het bord,
Er vloog een vogel in de boom.
Neem een taxi naar het hotel.
Niemand weet waar Tom naartoe is gegaan.
Draai de sleutel naar links.
Moslims bidden altijd met het gezicht richting Mekka.
We moeten zoet water naar Mongolië brengen...
We moeten zorgen dat we beneden komen.
We gaan naar beneden, richting het bos.
We gaan het bos in.
Of ik zie op die berg daar...
Ze kan oneindig lijken als we omhoog kijken,
Ik weet niet wanneer ze naar Londen vertrekt.
Hij keek achterom over zijn schouder.
Begin augustus is hij naar Engeland afgereisd.
Is dit de juiste trein naar Tokio?
Kunt u mij de weg naar de haven wijzen?
Glimlachend vertrokken ze allebei naar hun schitterende toekomst.
Tom denkt dat hij weet waar Mary naartoe is.
Napoleon heeft zijn leger naar Rusland geleid.
Ieren migreerden naar Amerika om land te bezitten.
Kijk achter je!
Tom liep naar de liften.
Bent u tolerant tegenover etnische minderheden?
Ze stond naar de zee te kijken.