Examples of using "обувь" in a sentence and their dutch translations:
Mary's schoenen zijn vies.
Goede schoenen zijn duur.
Mijn schoenen zijn versleten.
- Uw schoenen zijn hier.
- Zijn schoenen zijn hier.
- Uw schoenen staan hier.
- Zijn schoenen staan hier.
- Haar schoenen staan hier.
Wij verkopen schoenen.
Wiens schoenen zijn dit?
Ze verkopen schoenen.
Doe uw schoenen uit.
Tom draagt een paar nieuwe schoenen.
De schoenen zijn van leer.
Deze schoenen zijn van Tom.
- Doe uw schoenen uit.
- Doe je schoenen uit.
Doe uw schoenen uit, alstublieft.
Ze vroeg hen om hun schoenen uit te trekken.
Tom trok zijn schoenen uit.
- Je schoenen zijn hier.
- Uw schoenen zijn hier.
- Jullie schoenen zijn hier.
Bij binnenkomst horen we onze schoenen uit te doen.
- Heb je schoenen en sokken?
- Heeft u schoenen en sokken?
- Hebben jullie schoenen en sokken?
Doe uw schoenen uit, alstublieft.
Dit schoeisel deugt niet voor het lopen.
Hier, uw schoenen.
Mary's schoenen zijn vies.
Waar heb je je schoenen uitgedaan?
- Houd je schoenen aan.
- Hou je schoenen aan.
Hij draagt schoenen, maar hij draagt geen sokken.
Ik hou er niet van schoenen zonder sokken te dragen.
Deze schoenen zijn van Tom.
De jongen deed zijn sportschoenen aan en liep naar buiten.
Je moet je schoenen uittrekken voordat je een huis binnengaat.
Ze hebben nieuwe schoenen nodig.
Doe uw schoenen uit, alstublieft.
- Het is ons gebruik om onze schoenen uit te doen voor we het huis binnengaan.
- We doen gewoonlijk onze schoenen uit voor we het huis binnengaan.
Welke schoenmaat heeft u?
Doe uw schoenen uit voor ge de kamer binnengaat.
Ik kwam thuis en het eerste wat ik deed was mijn schoenen uit doen.
Ik trok mijn schoenen uit en plaatste ze onder het bed.
Waar hebt ge die schoenen gekocht?
Moeten we onze schoenen uitdoen voor we het huis binnengaan?