Examples of using "продают" in a sentence and their dutch translations:
Ze verkopen meubels.
Benzine wordt per liter verkocht.
Ze verkopen schoenen.
Verkopen ze mandarijnen?
Ik vraag mij af waarom eieren per dozijn verkocht worden.
Er worden geen sterke dranken verkocht in deze winkel.
Verkopen ze schriften in die winkel?
Benzine wordt per liter verkocht.