Examples of using "дорого" in a sentence and their dutch translations:
- Dat is te duur!
- Het is te duur.
- Het kost te veel.
Het is erg duur.
Het is erg duur.
Te duur!
Wat duur!
Het kost te veel.
- Gerechtigheid is duur.
- Justitie is duur.
Het kan duur zijn.
Goede schoenen zijn duur.
- Dat is niet duur.
- Dit is niet duur.
Dat is te duur.
Het is erg duur.
Dat is te duur!
Vlees is duur.
Het is erg duur.
Dat is te duur!
Dat ziet er duur uit.
De houten stoel is duur.
In Japan wonen is duur.
Het kan duur zijn.
Deze tafel is duur.
Vlees kost veel tegenwoordig.
Houten stoelen zijn duur.
Het is verschrikkelijk duur!
Maar snelheid heeft ook een prijs.
Gerechtigheid is duur.
Koop laag en verkoop hoog.
Restaurants zijn duur.
Een piano is duur, maar een auto is duurder.
Het is duur om een kantoor te huren in het centrum van Boston.
Het is erg duur.
- Niets zo waardevol als de tijd.
- Niets is zo kostbaar als tijd.
Het is duur om een kantoor te huren in het centrum van Boston.
Het probleem is dat het te duur is.
Het was niet zo duur als ik had verwacht.
Houten stoelen zijn duur.
Dat is zowel gevaarlijk om te maken als duur in onderhoud.
- Ik zou het kopen, maar het kost te veel.
- Ik zou het kopen, maar het is te duur.
Mijn moeder verkocht alles wat haar dierbaar was.
Dit horloge is duur.
Steeds wanneer ik iets vind dat me bevalt, is het te duur.
Het kost te veel.