Examples of using "вспомнить" in a sentence and their dutch translations:
Ik kan het niet herinneren.
Ik kan mij aan helemaal niets herinneren.
Ik kan mij zijn naam niet herinneren.
We moeten daarvoor terug naar de oude Grieken.
Hoe makkelijker we ons iets kunnen herinneren,
- Ik kan mij niet herinneren, hoe daar te komen.
- Ik weet niet meer hoe ik daar moet komen.
Ik kan me de exacte woorden niet herinneren.
- Ik kan me zijn naam niet herinneren.
- Ik kan me niet zijn naam herinneren.
Ik wou dat ik me kon herinneren.
Ik kan mij zijn naam niet herinneren.
Ik kan me haar naam niet herinneren.
Hij kon zich mijn adres niet herinneren.
Tom kon Mary's adres niet herinneren.
Ik kan me mijn wachtwoord niet herinneren.
Hij kon zich mijn adres niet herinneren.
Ik kan me de melodie van dat lied niet herinneren.
Ik kan me niet herinneren hoe ik dat moet doen.
Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.
Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor de laatste keer een martini heb gedronken.
Ik kan me niet meer herinneren hoe ik deze machine moet gebruiken.
Ik kan me je naam niet herinneren.
Ik kan me niet herinneren wanneer hij naar Boston is verhuisd.
Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor de laatste keer een martini heb gedronken.
- Haar naam komt nu even niet in me op.
- Ik kan me haar naam op dit moment even niet herinneren.
Ik kan me niet herinneren hoe je "Bedankt" in het Duits zegt.
Ik weet dat ik het weet, maar ik kan het me niet herinneren.
Het probleem is, dat ik mij niet kan herinneren waar ik de auto heb geparkeerd.
Tom zei dat hij zich de laatste keer dat hij een film had gezien niet kon herinneren.
Zijn naam lag op het puntje van mijn tong, maar ik kon het me niet herinneren.
Ik kan even niet op zijn naam komen.
Ik kan mij zijn naam niet herinneren.