Examples of using "Votar" in a sentence and their dutch translations:
We willen stemmen.
Ik ga stemmen.
Wil je stemmen?
Hebben jullie vandaag al gestemd?
De Spaanse politie trachtte te verhinderen dat het volk in Catalonië kon stemmen.
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.
In alle geval moet men "ja" stemmen in het referendum van 18 februari.