Examples of using "Espanhola" in a sentence and their dutch translations:
Ze is Spaans.
Waar is de Spaanse ambassade?
Ik weet dat ze Spaanse is.
Ze werd tweemaal aangezien voor een Spanjaard.
Het accent circonflexe bestaat niet in het Spaans.
De Spaanse politie trachtte te verhinderen dat het volk in Catalonië kon stemmen.
„Honderd jaar eenzaamheid” wordt na „Don Quijote” het belangrijkste werk van de Spaanstalige literatuur beschouwd.
De Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk hebben verschillende gebarentalen. De Mexicaanse Gebarentaal is eveneens verschillend van de Spaanse Gebarentaal.