Translation of "Violão" in Dutch

0.007 sec.

Examples of using "Violão" in a sentence and their dutch translations:

- Quero um violão.
- Eu quero um violão.

Ik wil een gitaar.

Ela toca violão.

Ze speelt gitaar.

Eu tocava violão.

Ik speelde gitaar.

Meu irmão toca violão.

- Mijn broer speelt gitaar.
- Mijn broer bespeelt de gitaar.

Ele sabe tocar violão.

Hij kan gitaar spelen.

Você ainda toca violão?

Speel je nog steeds gitaar?

Ele frequentemente toca violão.

Hij speelt vaak gitaar.

Eu sei tocar violão.

Ik kan gitaar spelen.

- Eu toco violão antes do jantar.
- Toco violão antes do jantar.

Ik speel gitaar voor het avondeten.

De quem é este violão?

Wiens gitaar is dit?

John não sabe tocar violão.

Jon kan geen gitaar spelen.

John não sabia tocar violão.

John kon geen gitaar spelen.

Meu passatempo é tocar violão.

Mijn hobby is gitaar spelen.

Ela toca piano e violão.

Ze speelt piano en gitaar.

Ele não sabia tocar violão.

Hij kon geen gitaar spelen.

Você toca violão muito bem.

Je speelt heel goed gitaar.

Vocês tocam violão muito bem.

Jullie spelen heel goed gitaar.

Meu violão não custou muito caro.

Mijn gitaar was niet heel duur.

Minha irmã mais velha toca bem violão.

Mijn oudere zus speelt goed gitaar.

Eu quebrei uma corda do meu violão.

Ik liet een gitaarsnaar knappen.

Seus passatempos são tocar violão e cantar.

Zijn hobby's zijn gitaar spelen en zingen.

- Ken tem um violão.
- Ken tem uma guitarra.

Ken heeft een gitaar.

Peça ao Tom para trazer o violão dele.

Vraag Tom zijn gitaar mee te nemen.

Eu quero que você toque violão para mim.

- Ik wil dat ge gitaar speelt voor mij.
- Ik wil dat je gitaar voor me speelt.

Eu compraria o violão se não fosse tão caro.

Als die gitaar niet zo duur zou zijn, kon ik haar kopen.

Se esse violão não fosse tão caro, eu poderia comprá-lo.

Als die gitaar niet zo duur zou zijn, kon ik haar kopen.

Aquele violão é tão caro que eu não posso comprá-lo.

- Die gitaar is zo duur dat ik hem niet kan kopen.
- Die gitaar is zo duur dat ik ze niet kan kopen.

- Quem está tocando violão?
- Quem está tocando guitarra?
- Quem está tocando a guitarra?

Wie speelt er gitaar?