Examples of using "Razão" in a sentence and their dutch translations:
Je hebt gelijk.
Je hebt gelijk.
We hadden gelijk.
Heb ik gelijk?
Je hebt gelijk.
Maria had gelijk.
Ik heb gelijk.
Tom heeft gelijk.
- Misschien hebt ge gelijk.
- Misschien heb je gelijk.
Heeft Bob gelijk?
- De klant heeft altijd gelijk.
- Klant is koning.
Nancy had jammer genoeg gelijk.
Het lijkt dat je gelijk had.
Blijkbaar heb je gelijk.
Misschien heeft Tom gelijk.
De man heeft gelijk.
Ze heeft altijd gelijk.
- Misschien hebt ge gelijk.
- Misschien heb je gelijk.
- Misschien heb je wel gelijk.
- Je hebt gelijk.
- U hebt gelijk.
Volgens mij heeft hij gelijk.
God heeft altijd gelijk.
Je hebt gelijk, denk ik.
Alles gebeurt om een reden.
Tom heeft absoluut gelijk.
Geen van ons heeft gelijk.
Tom heeft altijd gelijk.
Ik ben zeker dat je gelijk hebt.
Zijn moeder had gelijk.
Ik moet bekennen dat hij gelijk heeft.
Tom had gelijk.
Ik denk dat je gelijk had.
Ik denk dat Tom gelijk heeft.
Er is geen reden om bang te zijn.
Ik had gelijk.
Tom heeft daar een punt.
Dat is de belangrijkste reden.
Jullie hadden gelijk.
Je hebt gelijk.
Ze denkt dat ze altijd gelijk heeft.
Ze hebben gelijk.
Welke reden heb je om dit niet te willen?
Ik ben een vijftiger, dus ik heb gelijk.
Misschien heb je wel gelijk.
Je had gelijk, hij woont niet in Rio.
Geef mij één reden om zoiets te doen.
Misschien heb je wel gelijk, ik was egoïstisch.
Een ding staat vast: hij had gelijk.
Ik ben zeker dat je gelijk hebt.
- De afwezigen hebben altijd ongelijk.
- Afwezigen hebben altijd ongelijk.
Ik weet dat ik gelijk heb.
Om de één of andere reden ben ik 's nachts levendiger.
Heb ik niet gelijk?
Heb ik gelijk?
We moeten iets hebben waar we voor leven.
Ik geloof dat alles voor een reden gebeurt.
Ik neig ertoe te geloven dat u gelijk heeft.
Ik denk dat Tom weet waarom.
De man heeft gelijk.
- Misschien heb je gelijk.
- Misschien heb je wel gelijk.
Ik weet zeker dat u gelijk hebt.
Om wat voor reden dan ook ben ik klaarwakker en lukt het me niet om in slaap te vallen.
Ik wil de reden weten.
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
- Ge hebt helemaal gelijk.
- Je slaat de spijker op z'n kop.
- Je hebt helemaal gelijk.
- Je hebt volkomen gelijk.
Ik weet dat ik gelijk heb.
Je hebt gelijk, ik moet doorgaan met mijn leven.
Zonder enige reden verliet hij plotseling de bioscoop.
Het spijt me, maar Tom heeft gelijk.
Inktvis Paul had gelijk.
Ik weet niet waarom hij vandaag afwezig is.
- Wat als ik gelijk heb?
- Wat gebeurt er als ik gelijk heb?
Dat is een goede reden.
Heeft zij u een goede verklaring aangegeven om niet te komen?
Twee weten meer dan één.
Je had de eerste keer gelijk.
Om de één of andere reden ben ik 's nachts levendiger.
Ze denkt dat ze altijd gelijk heeft.
Hieruit kan geconcludeerd worden dat het feminisme nog steeds nodig is.
Ik snap nog steeds niet waarom... ...fascistische bendes toenamen in Montevideo.
Als ik me ziekmeld, belt het bedrijf de volgende...
Dit is precies waarom ik mij niet voor kunst interesseer.
Je hebt gelijk, denk ik.
Jij was de reden voor mijn glimlach. Je werd de oorzaak voor mijn tranen.