Examples of using "Precisas" in a sentence and their dutch translations:
- Je bent ziek, je moet rusten.
- Je bent ziek, je moet uitrusten.
Je hebt mijn toestemming nodig.
Je moet Tom tegenhouden.
Heb je nog hulp nodig?
- Waarom moet je ervandoor?
- Waarom moet je weg?
Je hoeft geen lunch mee te brengen.
- Je bent ziek, je moet rusten.
- U bent ziek. U moet rusten.
- Je bent ziek, je moet uitrusten.
Jullie moeten wachten.
- Je moet voorzichtig zijn.
- U moet voorzichtig zijn.
- Jullie moeten voorzichtig zijn.
Het is niet nodig zo luid te spreken.
Je hoeft me niet op te bellen.
Ben je zeker dat je mijn hulp niet nodig hebt?
- U moet die vragen niet beantwoorden.
- Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Je moet bij hem uit de buurt blijven.
- Dat moet je nu niet doen.
- Dat moet je niet nu doen.
Je hoeft die vraag niet te beantwoorden.
- U moet die vragen niet beantwoorden.
- Je hoeft die vragen niet te beantwoorden.
Moet je zondags werken?
- Daar hoef je nu niet over na te denken.
- Daar hoeven jullie nu niet over na te denken.