Examples of using "Prato" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je ooit dit gerecht gegeten?
- Heb je dit gerecht ooit gegeten?
Zit er vlees in dit eten?
Het bord is smerig.
Iemand heeft dit bord gebroken.
Wie heeft het bord gebroken?
Maria staarde naar haar bord.
Ik liet per ongeluk het bord vallen.
Hoe heet dit gerecht?
Het bord is van plastic gemaakt.
- Wat is je lievelingseten?
- Wat is jouw lievelingseten?
Wraak is een gerecht dat het best koud geserveerd kan worden.
- Mijn favoriete Spaanse gerecht is paella.
- Mijn Spaanse lievelingsgerecht is paella.
Breng mij een proper bord en neem het vuile bord weg.
Het is mijn lievelingseten.
Tom liet een beetje eten op zijn bord liggen.
Telkens als hij hier komt, bestelt hij hetzelfde gerecht.
De tweede gang heeft kikkererwten, kip, vlees, worst en aardappel.
Toen ik klein was zorgde mijn moeder ervoor dat ik alles opat wat er op mijn bord lag.
Wat is je lievelingseten?