Translation of "Deixei" in Dutch

0.050 sec.

Examples of using "Deixei" in a sentence and their dutch translations:

- Eu o deixei destrancado.
- Eu a deixei destrancada.

Ik heb het niet op slot gedaan.

Deixei o país.

Ik verliet het land.

Deixei de fumar.

Ik ben gestopt met roken.

Deixei uma mensagem.

- Ik heb een bericht achtergelaten.
- Ik liet een bericht achter.

Eu deixei Tom.

Ik heb het uitgemaakt met Tom.

- Deixei as cortinas abertas.
- Eu deixei as cortinas abertas.

Ik liet de gordijnen open.

- Nunca deixei de te amar.
- Nunca deixei de amá-lo.
- Nunca deixei de amá-la.

Ik ben altijd van je blijven houden.

Deixei de beber café.

- Ik ben gestopt met koffie drinken.
- Ik stopte met koffie drinken.

Deixei a porta aberta.

Ik liet de deur open.

Acidentalmente deixei cair o prato.

Ik liet per ongeluk het bord vallen.

- Eu deixei seu jantar no forno.
- Deixei o jantar no forno para você.

- Ik heb uw avondeten voor u in de oven laten staan.
- Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.

Deixei cair uma das minhas lentes

Ik laat een lens vallen.

Eu deixei minha bolsa para trás.

- Ik heb mijn tasje achtergelaten.
- Ik heb mijn portemonnee achtergelaten.

Eu deixei seu jantar no forno.

- Ik heb uw avondeten voor u in de oven laten staan.
- Ik heb je avondeten voor je in de oven laten staan.

Deixei o gato fora de casa.

Ik liet de kat buitenshuis.

Eu deixei alguma coisa na sala.

Ik heb iets in de kamer achtergelaten.

Eu não deixei a porta aberta.

Ik heb de deur niet opengelaten.

Eu deixei para você algumas mensagens.

- Ik heb een paar berichten voor u achtergelaten.
- Ik heb u enkele berichten achtergelaten.

Deixei de fumar um ano atrás.

Ik ben een jaar geleden gestopt met roken.

Não me lembro onde o deixei.

Ik herinner me niet waar ik het heb gelaten.

Deixei o dicionário no andar de baixo.

Ik heb mijn woordenboek beneden laten liggen.

Deixei a janela aberta a noite toda.

Ik liet het raam de hele nacht open.

Eu deixei o seu guarda-chuva no ônibus.

Ik heb je paraplu in de bus gelaten.

Eu quase deixei meu guarda-chuva no trem.

Ik had bijna mijn paraplu in de trein laten liggen.

Eu deixei o meu guarda-chuva em casa.

Ik heb mijn paraplu thuis gelaten.

Eu deixei o meu guarda-chuva no ônibus.

Ik heb mijn paraplu in de bus gelaten.

- Deixei a porta aberta.
- Eu não fechei a porta.

Ik liet de deur open.

- Eu os deixei ir embora.
- Eu permiti que fossem embora.

Ik liet hen gaan.

Eu deixei minhas chaves na mesa. Você pode trazê-las para mim, por favor?

Ik heb mijn sleutels op tafel laten liggen. Wilt ge ze mij brengen?

Agora mesmo não sei onde o deixei, mas tenho certeza de que ainda hoje o tive em minhas mãos.

Ik weet zo één, twee, drie niet waar ik het heb gelaten, maar ik weet zeker dat ik het vandaag nog in mijn handen heb gehad.