Examples of using "Quebrou" in a sentence and their dutch translations:
Wie heeft dit gebroken?
Mijn oplader is kapot.
Wie heeft dit gebroken?
Tony heeft het gebroken.
Mijn nagel is gebroken.
- Mijn fles is gebroken.
- Mijn fles brak.
Je hebt de regel gebroken.
Zij brak een nagel.
Wie heeft de fles gebroken?
- Je brak je arm.
- Je hebt je arm gebroken.
Tom brak zijn neus.
Wie heeft de vaas gebroken?
Iemand heeft het raam gebroken.
Hij heeft zijn woord gebroken.
Arman brak het raam.
Wie heeft het koffiezetapparaat kapotgemaakt?
Mijn computer is kapotgegaan.
Iemand heeft dit bord gebroken.
Wie heeft dit venster gebroken?
Wie heeft het bord gebroken?
Tom brak drie borden.
Hij brak zijn enkel.
Wie heeft de mok gebroken?
De deurknop brak.
Hij brak het wereldrecord.
Hij heeft zijn linkerarm gebroken.
- Onze buurvrouw heeft een rib gebroken.
- Onze buur heeft een rib gebroken.
- Onze buurman heeft een rib gebroken.
Wanneer heeft ze dat venster gebroken?
Tom heeft het venster opzettelijk gebroken.
Het meisje brak het venster.
Heb je de lamp gebroken, Tom?
De wasmachine is kapot.
De bamboe week maar brak niet.
Tom brak zijn arm bij het spelen van voetbal.
Tom heeft zijn belofte niet gebroken.
Het was Tony die deze tafel heeft kapotgemaakt.
Tom is gevallen en heeft zijn arm gebroken.
Mijn wasmachine is kapot.
Hij brak deze vaas expres.
Het paard brak zijn nek toen het viel.
- Wie heeft de ruit gebroken? Zeg me de waarheid.
- Wie heeft het raam gebroken? Vertel de waarheid.
Joan brak haar linkerarm in het ongeluk.
Ik wist dat het glas kapot was.
Het is hij, die het venster gisteren gebroken heeft.
Dit is het raam dat kapotgemaakt werd door de jongen.
Je brak de regels.
Denk je dat hij de vent is die het raam heeft gebroken?
Tom zegt dat hij niet degene was die het raam brak.
Mijn broer viel uit de boom en brak zijn been.
Heeft Tom weer iets gebroken?