Examples of using "Olhou" in a sentence and their dutch translations:
Tom keek.
Judy bekeek mij.
- Tom keek in de spiegel.
- Tom keek in een spiegel.
Tom keek naar beneden.
Tom keek op.
Waar hebben jullie gekeken?
Tom keek naar de klok.
Tom keek omhoog naar de sterren.
Tom keek naar de maan.
Maria staarde naar haar bord.
Ze keek hem recht in de ogen.
Tom keek niet eens naar Maria.
Tom opende zijn ogen en keek in het rond.
Hij bekeek mij van kop tot teen.
Ze bekeek een aantal jurken en koos de duurste.
Tot mijn grote verbazing fixeerde ze haar ogen op mij en lachte ze.
Hij keek op zijn horloge.
...en wikkelde het als een cape om zich heen... ...en staarde me aan door de opening.