Examples of using "Porém" in a sentence and their dutch translations:
Toch gaat het bloedvergieten door.
Hij is klein maar sterk.
Ik heb geen geld, maar ik heb dromen.
- Je kunt waarschijnlijk wel raden wat er gaat gebeuren.
- U kunt zich echter wel voorstellen wat er waarschijnlijk gebeurt.
Het is gemakkelijk om je moedertaal te spreken, maar het is ook saai.
Dat is zo. Maar eerst moeten we naar de supermarkt.
Vallen geeft niet, maar je moet wel opstaan.
Dus we houden van zinnen. Maar van talen houden we nog meer.
De breuk tussen hem en mij was pijnlijk, maar noodzakelijk.
Met het vliegtuig reizen is vlug. Maar met de boot is het ontspannend.
Ik begrijp het maar ik ben het er niet mee eens.
maar ze houden niet van het gevoel; het is een ongewenst neveneffect.
Metalen dozen zijn ongetwijfeld steviger, maar veel duurder.
Mijn broer is klein maar sterk.
We kunnen heel goed met elkaar opschieten maar we zijn geen beste vrienden van elkaar.
Onze gouverneur is streng maar rechtvaardig.
Als u in Rio bent en naar São Paulo wilt gaan, kunt u met de bus gaan. Echter, de reis duurt zes en een half uur.