Examples of using "Olhei" in a sentence and their dutch translations:
- Ik keek.
- Ik heb gekeken.
Ik heb in de kast gekeken.
Ik keek naar de afbeelding.
Ik keek in de spiegel.
- Ik keek rondom mij.
- Ik keek om me heen.
Ik heb gekeken, maar niets gezien.
Ik keek in de doos.
Ik heb gekeken, maar niets gezien.
Ik stond op en keek om me heen.
Ik stond op en keek om me heen.
"Mam, weet jij waar de thermometer is?'' ''Ligt hij niet waar hij normaal ligt?" "Nee, ik heb het gecheckt."