Translation of "Lista" in Dutch

- Seu nome abre a lista.
- O nome dele abre a lista.
- O nome dela abre a lista.
- Seu nome encabeça a lista.

Zijn naam staat bovenaan op de lijst.

Apenas me traga a lista.

- Zorg nou maar dat ik die lijst krijg.
- Ga maar gewoon die lijst halen.

- A minha língua não se encontra na lista!
- O meu idioma não está na lista!
- Minha língua não está na lista.

- Mijn taal staat niet op de lijst!
- Mijn taal zit niet op de lijst!

Ele estava na lista de espera.

Hij stond op de wachtlijst.

Adicionaremos novos nomes à nossa lista.

We zullen nieuwe namen toevoegen aan onze lijst.

Da lista e eu não recebo.

...op de lijst en word ik niet betaald.

Tom é o próximo da lista.

Tom is de volgende op de lijst.

Meteste "açúcar" na lista de compras?

Heb jij "suiker" op het boodschappenlijstje gezet?

Aqui está a lista de vinhos.

Hier is de wijnkaart.

- A minha língua não se encontra na lista!
- O meu idioma não está na lista!

Mijn taal staat niet op de lijst!

O nome dela não estava na lista.

Haar naam stond niet op de lijst.

Seu nome está no topo da lista.

Jouw naam staat bovenaan de lijst.

O meu idioma não está na lista!

- Mijn taal staat niet op de lijst!
- Mijn taal zit niet op de lijst!

Tom colocou os nossos nomes na lista.

- Tom heeft onze namen op de lijst gezet.
- Tom zette onze namen op de lijst.

Eles fizeram uma lista com os nomes.

Ze maakten een lijst met de namen.

Eu tenho treze nomes na minha lista.

Ik heb dertien namen op mijn lijst.

Remova o nome dele da lista de candidatos.

Verwijder zijn naam van de lijst met kandidaten.

O nome da senhora não aparece na lista.

Uw naam komt niet op de lijst voor.

Eu coloquei o nome de Tom na lista.

Ik zette Toms naam op de lijst.

As duas primeiras ideias na lista criam um padrão,

De eerste twee op die lijst creëren een patroon

Tom fez uma lista de coisas que precisava comprar.

Tom maakte een lijst met dingen die hij moest kopen.

Tom está fazendo uma lista do que precisa ser feito.

Tom maakt een lijst van wat er gedaan moet worden.

Tom fez uma lista de lugares que ele quer visitar.

Tom heeft een lijst gemaakt van plekken die hij graag zou bezoeken.

Por que o nome de Tom não está na lista?

Waarom staat Toms naam niet op de lijst?

Escreva seu nome na lista e passe-a para o próximo.

Zet je naam op de lijst en geef hem door aan de volgende persoon.

Seu nome não consta na lista. Você não foi chamada para a festa.

Uw naam staat niet op de lijst. U bent niet uitgenodigd voor het feest.

Eu não posso te contar quem está na lista. O meu chefe me disse para não contar.

Ik kan je niet vertellen wie er op de lijst staat. Van mijn baas mag ik er niet over praten.