Examples of using "Janeiro" in a sentence and their dutch translations:
Bij ons sneeuwt het in januari.
We wonen hier sinds januari.
Sam is in januari gaan skiën.
De eerste maand van het jaar is januari.
Januari is de eerste maand van het jaar.
Op 25 januari zal hij terugkomen.
Ik kom uit Rio de Janeiro, Brazilië.
Van 5 tot 15 januari alstublieft.
Ik woon al vier jaar in Rio de Janeiro.
Galileo stierf op 8 januari 1642.
Bij ons sneeuwt het in januari.
Fadil werd een moslim in januari 1998.
Waar zal jij zijn op 1 januari 2016?
- De staat Rio de Janeiro heeft de "financiële noodtoestand" afgekondigd.
- De staat Rio heeft de "toestand van publiek onheil" afgekondigd.
Mijn zwager is op de dertigste van de vorige maand uit Rio de Janeiro gekomen en vertrekt morgen naar São Paulo.
De maanden van het jaar zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december.
Januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december zijn de twaalf maanden van het jaar.
We gaan de definitieve agenda vrijgeven op maandagmorgen 20 januari. Dus reageer snel alsjeblieft.
15 januari is de "Dag van Interlingua", wanneer wij samenwerken om de kennis van Interlingua wereldwijd te bevorderen.