Examples of using "Morando" in a sentence and their dutch translations:
Ik woon in een stad.
Ik woonde in Qatar.
- Ik woon in Volgograd.
- Ik woon in Wolgograd.
We wonen hier sinds januari.
Hij woont in Tokio.
Waar woont ze nu?
Ik woon nu in Beijing.
Ik woon bij mijn ouders.
Woont Tom nog steeds in Boston?
Tom woont nog bij z'n moeder.
Tom woont in de buurt van Boston.
Haar man woont nu in Tokio.
Woont Tom nog steeds in Boston?
Ik dacht dat Tom in Boston woonde.
Ik woon in Rome.
Het huis waarin ik woon is niet erg groot.
- Waar woon je nu?
- Waar woont u nu?
Vorig jaar woonde ik niet in Boston.
Hij woonde in Engeland toen de oorlog uitbrak.
Ik woon in deze stad omdat mijn vader werd overgeplaatst.
- Ik woon bij mijn ouders.
- Ik woon samen met mijn ouders.
Zeg me waar ze woont.
Ik wist niet dat Tom nog in Boston woonde.
Waar woon je?
Ik heb een vriend die in Nara woont.
Denk je dat sommigen van ons over 100 jaar op Mars wonen?
Ik woonde drie jaar geleden in Boston.
Mary woont nog bij haar ouders thuis.
Ik woon momenteel in Boston.
Tom woont bij zijn ouders.
Haar man woont nu in Tokio.
- Waar woon je?
- Waar woont gij?
- Waar wonen jullie?
- Waar woont u?