Examples of using "Ano" in a sentence and their dutch translations:
Jaar na jaar kwamen ze weer.
Gelukkig Nieuwjaar!
Dit jaar...
Gelukkig Nieuwjaar!
Het is dit jaar kouder dan vorig jaar.
Binnenkort is het Nieuwjaar.
Welk jaar is het?
Het schooljaar is geëindigd.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.
- Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.
- Het was in het jaar tweeduizend.
- Dat was in het jaar tweeduizend.
- Dit was in het jaar tweeduizend.
Ik vraag me af of er dit jaar meer sneeuw valt dan vorig jaar.
Een nieuw jaar brengt altijd hoop.
Een jaar geleden zijn wij getrouwd.
Zijn vader is vorig jaar overleden.
Waar heb je vorig jaar gewoond?
Een jaar heeft twaalf maanden.
Iedereen had een goed jaar.
Hij bezocht Kyoto vorig jaar.
- We hebben veel sneeuw gehad dit jaar.
- Dit jaar hadden we veel sneeuw.
Ik ga elk jaar.
Ze is afgelopen jaar geboren.
We waren hier een jaar geleden.
Tom is vorig jaar overleden.
- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Het heeft afgelopen jaar veel gesneeuwd.
In welk jaar bent u geboren?
Het heeft veel geregend dit jaar.
Het was in het jaar tweeduizend.
Het nieuwe jaar komt eraan.
We vieren elk jaar Kerstmis.
Ik wens je een gelukkig nieuwjaar.
Zijn vader is vorig jaar overleden.
Een lichtjaar is de afstand die het licht aflegt in een jaar.
Zijn grootvader stierf een jaar geleden aan kanker.
- Hoeveel maanden zijn er in een jaar?
- Hoeveel maanden gaan er in een jaar?
De lente is laat dit jaar.
- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.
- Vorig jaar was er veel sneeuw.
- Er was veel sneeuw vorig jaar.
Het regent niet veel dit jaar.
- Ik ging vorig jaar met pensioen.
- Ik ben vorig jaar met pensioen gegaan.
Ik kocht dat vorig jaar.
Uit hoeveel dagen bestaat een schrikkeljaar?
Hier is het het volledige jaar koud.
Ik ben een jaar geleden gestopt met roken.
Vorig jaar had hij lang haar.
Lincoln is in 1865 overleden.
Vorig jaar woonde ik in New York.
Ik doceer Engels aan het tweede jaar.
Gaat u volgend jaar naar Boston?
meer dan 40 miljard dollar per jaar bedragen,
December is de laatste maand van het jaar.
De eerste maand van het jaar is januari.
Januari is de eerste maand van het jaar.
April is de vierde maand van het jaar.
Vorig jaar zijn we naar Londen geweest.
Kerstmis valt dit jaar op zondag.
Vorig jaar had hij lang haar.
Volgend jaar wil ik Chinees leren.
Ja, dat is gebeurd, maar niet dit jaar.
Tom is anderhalf jaar geleden overleden.
Ik kende Tom vorig jaar nog niet.
Dit hotel is vorig jaar gebouwd.
Vorig jaar reden zij naar Kyoto.
Vorig jaar heb ik beslist naar Japan te komen.
Dat was slechts een jaar geleden.
De eenentwintigste eeuw begint in 2001.
We komen eenmaal per jaar bijeen.
Dit half jaar was heel succesvol.
Tom is vorig jaar van Maria gescheiden.
Slangen werpen jaarlijks hun huid af.
Met jou is het hele jaar door zomer.
Ik had een miskraam vorig jaar.